916

NIEUWSBLAD VOOR

DEN BOEKHANDEL

1919. No. 67

Vennootschap

Met de .Nederl. Staatscourant' no. 171 is verzonden een bijvoegsel (no. 1197), bevattende de akte van oprichting en statuten der naamlooze vennootschap Sittardsche Boek - en handelsdrukkerij «Mercuri us», te Sittard.

Het doel der vennootschap is het exploiteeren van een drukkerij, het uitgeven van couranten, het uitgeven van en handel drijven in boekwerken, het inbinden van boeken en al hetgeen met een en ander in verband staat in den ruimsten zin des woords.

De vennootschap wordt aangegaan voor den tijd welke aanvangt op 21 Juni 1919 en .eindigt op 31 December 1948.

Het kapitaal der vennootschap bedraagt 100.000 gulden, verdeeld in 100 aandeelen, elk groot 1000 gulden, van welke 20 aandeelen zijn geplaatst en volgestort.

De vennootschap wordt bestuurd door één directeur onder toezicht van een raad van commissarissen bestaande uit minstens 3 en hoogstens 5 leden.

Voor de eerste maal zijn benoemd tot commissarissen de heeren H. Pluymaekers; J. Derks en A. K. A. Gu li kers.

Uitgaven in voorbereiding

Bij de Uitgevers-maatschappij Van Loghum Slaterus & Visser, te Arnhem, zijn ter perse: Eva Bonheur; De wijze kater; Dageraad; alle door Herman Heijermans.

Oplossing en toenadering ?

Onder den titel «Voor de geschiedschrijvers» werd in no. 4 van ,De Debitant' opgenomen een artikel, waarvan de slotzin luidt: «Het Nieuwsblad voor den Boekhandel wordt verzocht dit artikel geheel of gedeeltelijk over te nemen».

Wij voldoen aan dit verzoek in zooverre, dat wij de strekking van dit artikel willen vermelden; zij is deze, aan te toonen, dat, indien er «oorlog» is tusschen de uitgevers en debitanten, de geschiedschrijver maar moet uitmaken wie hiervan «aanstokers» zijn. En uit de feiten welke in het artikel worden medegedeeld, schijnt deze geschiedschrijver te moeten afleiden, dat de uitgevers deze «aanstokers» zijn.

In eene toekomstfantasie welke onder den titel «Een lezing over den boekhandel»

in hetzelfde nr. van (De Debitant' voorkomt, is weer sprake van de uitgevers die zich onverschillig toonen en «doof blijven voor alle klachten en eischen der boekhandelaars, die niet ten gronde willen gaan», en in een derde artikel «Ijverige debitanten en hun toeslag» wordt medegedeeld, dat gebrek aan samenwerking van uitgeverszijde oorzaak zou zijn van het mislukken van eene door de bonden van debitanten en uitgevers gemeenschappelijk te voeren reclame voor het boek.

Aan dit laatste artikel willen wij ééne zinsnede ontleenen; het is deze:

«Door elkaar, door dik en dun, steeds op werkelijke of overgeleverde gebreken te wijzen, zonder ook slechts eenmaal neiging te toonen het standpunt van de tegenpartij te begrijpen en te waardeeren, komt men zeer zeker nooit tot een oplossing en tot een toenadering. Aan de overzijde meent men te dikwijls de wijsheid alleen in pacht te hebben . . . .»

Deze zinsnede werd weliswaar, zooals uit de strekking van het artikel blijkt, alleen neergeschreven tot leering der uitgevers, doch wij meenen, dat dergelijke gulden waarheden breeder toepassing verdienen, en wel op het terrein van den ganschen Nederlandschen boekhandel.

Extra-betaling

Nog een antwoord aan den heer J. Muurling naar aanleiding van diens ingez. stukje in Nwsbl. nr. 57.

Tant de bruit pour une omelette! zeg ik met den heer Honig; hoe kunt U nu over die onnoozele 5 centen den heer H. aanvallen, de klanten betalen het immers toch 1! althans bij U, gelukkige boekhandelaar in een kleine plaats! en dit ofschoon U toch volgens Sijthoff's adresboek lang niet de eenige boekhandelaar in Vlissingen zijt, en dus wel eenige concurrentie zult ondervinden. Het publiek schijnt daar bij U wel anders dan hier bij ons; ziet, als wij nu eens klaagden, wij die ongeveer met z'n veertigen in Den Haag gevestigd zijn en die, wanneer we niet levering binnen 48 uur voorspiegelen, alras te hooren krijgen dat men het «dan liever eerst nog eens ergens anders zal probeeren», wij, die behalve deze omelette ook de porto als regel uit eigen