74

lende Europeesche havens, niet zonder verzet van den kant der autoriteiten, emigranten zijn ingescheept. De Annales de 1'extrême Oriënt geven thans omtrent die onderneming de volgende inlichtingen:

Deze zaak, een der verwonderlijkste oplichterijen van de eeuw, en waarmede de justitie zich reeds sedert bijna twee jaïen bezig houdt, zal weldra hare oplossing voor de rechtbanken vinden. Een viertal jaren geleden plaatste de markies de Bays in la Nouvelle Erance, een courant uit Marseille, eene circulaire, waarin hij alle katholieken van Erankrijk kennis gaf dat hij eigenaar van Port-Breton was geworden. Wat was dit Port-Breton? Een eiland, een heusch eiland, dat de markies, slim speculant, op de gelukkige gedachte was gekomen van den koning der Canaques te koopen. Hij was het geheel machtig geworden voor de ongeloofelijke som van vijftien honderd franken, bijna om niet. Dit land, werd verder in de circulaire gezegd, tot dus ver onbekend, was onvergelijkelijk vruchtbaar en zou de meest mogelijke verscheidenheid van producten kunnen voortbrengen. PortBreton zou een nieuwe parel aan de kroon van Erankrijk wezen; en zonder aarzelen moest het aan Monseigneur den graaf van Chambord aangeboden worden.

De markies slaagde volkomen. In enkele maanden tijds vormde zich eene maatschappij voor de exploitatie van PortBreton. Men vroeg vijf millioen. Men verkreeg ze zonder moeite. De zaak kwam terstond tot uitvoering. "Vier schepen werden naar Port-Breton gezonden: de Chandernagor, de Génil, de Nouvelle Bretagne en de Navia. De Génil et de Nouvelle Bretagne, die onder de bescherming van den heiligen Joseph geplaatst waren, moesten onderweg de reis staken bij gebrek aan fondsen. De Navia, te Barcelona aangekomen, kreeg daar het bezoek van twee gendarmen, die in last hadden beslag op het schip te leggen, uit naam van de talrijke schuldeischers, welke de maatschappij zich reeds op den hals had gehaald. De gezagvoerder van