deerden hoornist, de kenners veelbeteekenend doet fluisteren: „dat het Potdevin niet was". Met de 9e schijnt men er te Amsterdam ook niet vlug bij te zijn geweest. Ik vind haar eerst op een programma van 23 Nov. 1838: Sinfonie van Beethoven met slotkoor naar Schilleb's Ode an die Freude. Haar eerste uitvoering beleefde zij te Weenen 7 Mei 1824,

T.nnrlem tmlo-rlA 91 Ma.q.rt 1895.

De collectie programma's is niet volledig, zeiden wij. Zij ontbreken van 1803 tot 1813. Vermoedelijk hebben toen de violen gezwegen, in verband met de tijdsomstandigheden. Zooals 't meer pleegt te gaan onder beoefenaars der muziek, de harmonie is ook in het muziekdepartement van Felix nog al eens verbroken. Zoo vond ik bij het programma van het concert op 16 Maart 1832, de volgende mededeeling:

„Door het inleveren van eene petitie van eenige leden der maatij. — in hoogst onaangename bewoordingen opgesteld — rekenden die heeren zich verplicht zich aan de verdere werkzaamheden van het departement voor de muziek te moeten onttrekken en daar hun getal 45 leden sterk was, zoowel voor het vocale als instrumentale, waren de ouvertures voor dien avond zeer zwak bezet. De leden, die de petitie geteekent hebben, doen door de inlevering blijken, dat zij de spreuk der maatij. niet verstaan hebben: Felix Meritis (Gelukkig door Verdiensten)." Het programma van dit concert met halve bezetting was als volgt samengesteld: Ouverture-Romberg. — Grande fantaisie voor de viool, gecomponeerd en uitgevoerd door den heer Laeond. — Aria uit de Wedervergelding, gezongen door mej. Karels. — Allegro van een concert van Hummel voor de piano-forte, door de jongejuflr. H. M. Dijk — Ouverture Preciosa, Weber. (Pauze.) Nieuwe ouverture Flibustier van Lobe. — Variations brillantes van Herz en Laeond voor piano-forto en viool, uittevoeren door den heer Lafond en jongejuflr. Dijk. Duo uit Celanira van Pavesi, gezongen door mej. Kabels en I. A. Dijkebs. Fantasie voor viool, gecomp. en uitgev. door Lafond. Ouverture Euryanthe Weber. Het bleek den werkstakenden heeren en dames wèl meenens te zijn. Immers, een volgend concört liep gevaar van te moeten worden afbesteld. „De fungeerende directie van het muziekdepartement, geassisteerd door commissarissen — lezen wij — vrugteloos hunne pogingen aangewend hebbende om de weigerachtigen van besluit te doen veranderen, zij het maar en slechts alleen voor het concert aan Z. M. aangeboden, heeft de fungeerende directie zich om hulp gewend tot den Stadsschouwburg om de noodige koorkrachten (we hadden toen ook een Hollandsche Opera) en tot de Kon. Muzijkschool. Deze hebben toegestemd voor dezen éénen keer de noodige krachten te leenen." Het concert had dan ook plaats Zondag 29 April 1832 en werd bijgewoond door den Koning en de Koningin, Prins Frederik en Prins Wilhelm Adelbebt van Pruisen.1) Het volgende programma werd uitgevoerd: Welkoms-

') In. het rapport over 30 April tot 7 Mei 1832, door den pedel van Felix gezonden aan den President-commissaris (zoo'n rapport was de pedel gehouden elke week uit te brengen) lezen wij het volgende: „Er is niets bijzonders voorgevallen, dan alleen dat gisteren Prins Adalbekt van Pruisen bij ons is geweest om het gebouw te bezichtigen. Met 2 leden van zh'n gevolg. De heer Va» Beek Vollenhoven was wachtende in het gebouw op hunne komst. Circa IIV2, kort nadat ik met Z.H. naar boven was geweest, is er gebruik gemaakt van 8 kop chocolaad, waarvan Z.H. er 3 heeft gebruikt. Ik vraagde stil aan den heer Vollenhoven, toen ik ieder een kop gegeven had, of ik ook nog meer presenteeren moest. Z.Ed. dacht neen! doch Z.H. kwam bh' mij en vraagde nog om een, zeggende: das ist herrlich. Ik gaf weder en weer opgedronken! waarna Z.H. weer om een vraagde. Hij wilde in het heengaan betalen, doch ik zeide: dat H.H. Commissarissen mg dit zeer kwalijk zouden nemen, dat ik mij door Z.H. liet betalen, dat het door Commissarissen werd voldaan. Ik heb ƒ3.— voor een fooi gekregen."

328