9

vriendschap. In het laatstgenoemde landschap Mollo, hadden zich toen eenige Chineesche kolonisten gevestigd, die begonnen waren goud te zoeken en te ontgraven, maar het verslag meldt niet met welken uitslag. Ook Manoebait, vroeger een onderhoorigheid van Sonnebait, en dat toen vijfjaar geleden ook door Gramberg op zijn terugtocht van Noi-Niti was doorgetrokken, ontving een bezoek van den resident. Op de reis derwaarts werd o. a. ook Oesoe (Oi-Saauw) bezocht, op welke plaats voor rekening van een ingezetene van Koepang, door Engelsche mijnbouwkundigen, onderzoekingen waren ingesteld naar het aanwezen van kopererts, maar zooals toen bleek zondereenig gunstig gevolg.

In het landschap Takaip, liet de beruchte fettor Baki Kooi, die toen nog geen vijf jaar geleden bij het sluiten van den vrede te Noi-Niti, zij het ook na lang aarzelen, in onderwerping was gekomen, alweder van zich hooren. Nu had hij weder het zelfstandige landschap Ambenoe — een gedeelte van de Portugeesche enclave — beoorloogd en verplicht een oorlogschatting aan hem op te brengen. Maar nauwelijks was zij betaald, of Baki Kooi verscheen andermaal in Ambenoe, en liet toen weder de bevolking van Bickmala, waar de radja verblijf hield, op arglistige wijze uit hare versterking gelokt, gevangen nemen terwijl hij eigenhandig den radja ter neder schoot, het hoofd van zijn slachtoffer in triumf medevoerende.

In April 1875 is een van de twee radja's van Amfoangen wel de jongste of bergvorst Amfoang Sorbian, die wij vroeger reeds — zie bladzijde 445 — als een onverbeterlijke dronkaard hebben leeren kennen, overleden. Zijn dood wordt dan ook als een zegen voor zijne onderhoorigen aangemerkt en dit te meer nog daar hij bij zijn verslaafdheid aan sterke drank ook zeer wreedaardig van karakter was. De jongere broeder Radja Sanoe kwam nog in het laatst van genoemd jaar te Koepang, om in den Resident, het Nederlandsch gouvernement zijn hulde aan te bieden.

Het op de Zuidoostkust van Timor gelegen vrij aanzienlijke