133

op Timor, van welke onderneming, twee in getal, op blz. 86 hiervoor sprake was, is aan te teekenen, dat bij het begin van 1881 op het eerste perceel omstreeks 20.000 en op het andere ongeveer 5000 koffieplantjes in den grond stonden. De ondernemers hebben in 1878 en 1879 de bedoelde gronden, welke niet zijn opgemeten, voor onbepaalden tijd in vruchtgebruik gekregen van den fettor van Mollo, die zich daarvoor x/3 van de opbrengst bedongen heeft."

De katoen teelt. Zooals wij vroeger reeds opmerkten werd van de katoen teelt op de Savoe-eilanden in '74 reeds zooveel werk gemaakt, dat zelfs een kleine hoeveelheid van dit product naar andere deelen van den Timor-x\rchipel kan worden uitgevoerd. In het koloniaal verslag van '74 lezen we dat de katoenteelt zich langzamerhand over het geheele eiland Timor uitbreidt, dat ze in den smaak der bevolking valt en dat op de Solor-eilanden zooveel katoen wordt verbouwd, dat belangrijke hoeveelheden naar de eilanden Eotti en Savoe konden worden uitgevoerd. In de volgende verslagen wordt echter omtrent deze cultuur niets bijzonders meer vermeld.

De tabakscultuur, die, zegt het verslag van '76, met tamelijk veel zorg geteelt wordt op Midden-Timor, op Plores, Savoe en Soemba, wordt in kleine hoeveelheden naar Banda en de naburige eilanden verscheept. Door de invoering van de Manilla en Eanau-soorten tracht men de qualiteit van het product te verbeteren."

In de eerstvolgende verslagen wordt deze cultuur niet aangeroerd. Eerst in het koloniaal verslag van '82, vernemen wij daaromtrent weder het volgende: „Op Elores, Soemba en Timor wordt nog al veel tabak verbouwd, echter van inferieure hoedanigheid. Het product werd verhandeld tegen ƒ30 a / 45 per pikol. Een zeer bevredigend gewas leverden de op Eotti uitgedeelde zaden van Celebes, afkomstig van een betere soort van tabak, gelijk die in de afdeeling Noorderdistricten aldaar voorkomt."