264

de rijstteelt als voor verschillende andere cultures en het land is rijk aan water; wat niet van alle eilanden in den Timor-Archipel kan worden gezegd. Het is echter niet gemakkelijk den Soembanees er toe te brengen van die gunstige omstandigheden partij te trekken. Verschillende oorzaken dragen hiertoe bij, zooals uit het vervolg van dit stuk zal blijken" (reeds door ons gereleveerd). Wat de landbouwkennis van den Soembanees betreft, deze staat nog op den laagsten trap. „ In zijne verregaande onkunde klemt hij zich, even als ieder mensch, die weinig ontwikkeld is, gaarne vast aan oude gewoonten. Egge, ploeg, noch patjol zijn hier in gebruik. De grond wordt volgender wijs bewerkt."

„Vier, vijf of meer personen, vrouwen en mannen dooreen, plaatsen zich naast elkander. In elke hand hebben zij een 6 voet langen, puntigen stok, kasoanga geheeten. Elke arbeider laat zijne stokken met een fiinken stoot, zoo diep mogelijk, in den grond gaan, trekt ze er weder uit en herhaalt die bewerking eenige malen, daarbij de lijn houdende der gaten, welke op die wijze door zijn neven-mannen worden gemaakt."

„ Indien de punten diep genoeg, p. m. 1 voet in den grond gaan, trekt elk zijne beide stokken tegelijk, doch langzaam en met kracht naar zich toe, welke beweging door alle arbeiders te gelijk wordt verrigt."

„Vervolgens bewegen zij zich achterwaarts en herhalen die beweging, welke bewerking kabanda tanah wordt genoemd. Door het gelijktijdig naar zich toetrekken der stokken wordt de aarde bij stukken van 1 tot voet breed, en ter lengte van 2, 3 a 4 el, naar gelang van het aantal werkende personen, omgekeerd, zoodanig, dat de wortels van gras en onkruid boven liggen. Is de geheele tuin op die wijze omgewoeld, dan worden de aardkluiten met stokken stukgeslagen, waardoor de wortels zich loslaten. Het vuil wordt met de handen verzameld en vervolgens verbrand."

„ Het omwoelen van den grond op den zooeven omschreven