385

verbonden, maar ten doel hebben, den Duitschen geest in Zuid-Brazilië tot verdere ontwikkeling te brengen. Hiertoe zal men trachten den stroom der Duitsche landverhuizing naar Noord-Amerika voortaan gedeeltelijk naar Brazilië af te leiden. Dienaangaande moet men echter niet uit het oog verliezen, dat nog op dit oogenblik in Pruisen alle aansporing tot landverhuizing naar Brazilië verboden is, tengevolge van een schandelijken handel in menschen, ook in Duitsche landverhuizers, die door Europeesche reeders in gemeenschap met Braziliaansche planters werd gedreven. En tot nogtoe wil prins Bismarck, die alle verhuizing van landbouwers naar vreemde staten tracht tegen te gaan, zich niet laten overhalen om dat verbod in te trekken.

Tot de vierde kolonisatiegroep behooren voornamelijk de groote handelsfirma's der Duitsche Hanzesteden, die aan de Westkust van Afrika en elders, hier en daar verspreid, gedomicilieerd zijn. Aan de kolonisatiebeweging nemen zij slechts in zoover deel als het onder gegeven omstandigheden in het belang hunner oude handelsbetrekkingen noodig wordt geacht. Vroeger, dat wil zeggen: tijdens de koortsachtige agitatie in onze binnenlandsche gewesten ter zake van koloniale politiek, stonden zij zelfs vijandig daartegenover. Later hebben zij echter, bij voorkomende gelegenheden, zich bij de beweging aangesloten, ten einde zich, gelijk bijv. op Zanzibar, niet alle leiding uit de handen te laten nemen. Verder behooren tot deze vierde groep natuurlijk ook alle wereldhuizen, die reeds lang vóór het ontstaan der tegenwoordige kolonisatiebeweging overzeesche handelsfactorijen bezaten, welke zij nu gaarne onder bescherming des rijks zien geplaatst.

Bij deze schets der beweging in Duitschland verdient het echter alle aandacht, dat hier te lande de geestdrift voor Stanley en den Congo, alsook voor de onderneming van den Koning van België inmiddels zeer snel is vernauwd. Wel zijn er ook nog vele Duitsche reizigers voor koning Leopold en zijne maatschappij in het Congogebied werkzaam, maar in

u. w