12

king. — wel te verstaan tegen eene vergoeding, die in de meeste gevallen ruimer is dan de opbrengst, die zij met eigen kuituur van hare velden zou vermogen te trekken, — die ondernemingen kunnen met elkander vrij wel op één lijn gesteld worden; daarentegen verkeeren de ondernemingen, die de teelt van de overjarige gewassen, zooals koffie, thee en kina op oorspronkelijk woesten gronden en onontgonnen grond ten doel hebben, onder geheel andere omstandigheden.

„Wie alleen met de eischen van het gezond verstand te rade gaat, moet veronderstellen, dat juist met betrekking tot deze ondernemingen, — waardoor anders volstrekt waardelooze gronden productief worden gemaakt, en waarbij de ondernemer uit den aard der zaak met oneindig grooter moeilijkheden te kampen heeft dan waar het de beplanting van reeds jaren lang ontgonnen gronden in meestal rijkbevolkte streken geldt, — de eischen van den fiscus zich in het belang van den Staat zeiven door groote gematigdheid en inschikkelijkheid zouden hebben gekenmerkt. Van oudsher echter is juist tegenover dezen voor de ontwikkeling van de volkswelvaart zoo volstrekt onmisbaren tak van landbouwnijverheid eene geheel tegenovergestelde taktiek gevolgd. Met volkomen miskenning van den regel, dat eene vooruitziende fiscale politiek zich onthoudt direct in de schatkist te doen vloeien wat er slechts indirect in moet komen, en met een vernuft eene betere zaak waardig, is men er in geslaagd hem, die zich aan de ontginning van een perceel onontgonnen grond waagt, te treffen door lasten op den grond hem voor korter of langer tijd in erfpacht afgestaan; door lasten op de werklieden, wier hulp hem onmisbaar is; door lasten op het product, dat hij aan de markt brengt; en door lasten eindelijk op het bedrijf, dat hij zich als middel van bestaan heeft gekozen. Zoodoende is men er dan ook in geslaagd om meer bijzonder de lasten op de erfpachtslanden in Nederlandsch Indie drukkende tot eene elders nergens geëvenaarde hoogte op te voeren, terwijl de aard van de weinige producten voor