196

chement matrozen van het fregat Shannon, die hun kanonnen medevoerden, onder kommando van kapitein William Peel, zoon van den beroemden Sir Eobert. De zeelieden verbaasden de Aziaten, daar het gerucht liep dat zij vischstaarten als tritons hadden, en tegen het vuur der kanonnen bestand waren. 1

Sir Colin Campbell poogde niet de opstandelingen uit de stad Lucknow te drijven. Zijn eenig doel was de belegerden uit de Residentie weg te voeren. Op het advies van Outram, evacueerde hij, niet door de straten of zijwegen, doch maakte een omweg door de paleizen en andere koninklijke gebouwen. Na hardnekkige gevechten bereikte hij de residentie, en avacueerde binnen de vier-en-twintig uren al de belegerden. De belegeraars waren door deze snelle handeling verschalkt. Zij wisten volstrekt niets van hetgeen er gaande was en bleven op de Residentie vuren uren nadat zij geheel verlaten was. Doch nogmaals was er droefheid. Generaal Havelock leefde lang genoeg om het commandeurskruis der Bath-orde te ontvangen, en stierf te midden der tranen van de vrouwen en kinderen, die hij zijn best had gedaan te redden.

Menig soldaat voelde zich gegriefd door den terugtocht van Lucknow, doch de terugtocht was eene pijnlijke noodzakelijkheid. Het Gwalior contingent, dat door Sindia ingevolge het tractaat van 1843 geleverd werd, was in opstand gekomen en had zich aangesloten bij Nana Sahib. Een leger van 20.000 opstandelingen marcheerde op Cawnpore, versloeg den brigadier Wyndham, die de plaats kommandeerde, en nam de stad in bezit. Sir Colin Campbell scheepte het kostbare convooi van Lucknow in op eene flottille van stoomers en zond het naar Calcutta. Hij trok toen te velde en dreef de Gwalior muiters uit Cawnpore.

Den 30sten Januari 1858, stroomden alle Europeanen van Calcutta naar de boorden van den Hoogly, om de belegerden van Lucknow bij hunne aankomst te verwelkomen; doch toen een aantal weduwen en weezen in rouwgewaad, met bleeke