270

zou blijven ontvallen ? Zij ontvangt na en door hare tariefsverlaging van die vier fabrieken eene vrachtopbrengst van ruim / 50.000,— (vijftigduizend gulden.)

Verder bestond de mogelijkheid nog altijd, dat de Staat een herhaald aanbod van den heer Engelberts dat de Staatsexploitatiekas met / 236480,— (Twee honderd zes endertig duizend vier honderd tachtig gulden) zou stijven, nu eens niet zou afslaan, en eindelijk zou een goed georganiseerde kartransportdienst langs den grooten weg — nu de suikerfabriekanten in deze tijden voor geen moeielijkheid mogen terugdeinzen, om de transportprijzen te reduceeren ■—■ het suikertransport der Nederlandsch Indische Spoorweg maatschappij zeer bedenkelijk kunnen knakken.

Nu wil ik volstrekt niet beweren, dat de Directie der Nederlandsch Indische Spoorweg-Maatschappij de suikerfabriekanten niet tegemoet wilde komen, maar wel mag ik constateeren, dat die tegemoetkoming in de gegevene omstandigheden ten deele ook in 't belang der inkomsten was en die Directie, zooals ook haar eerste plicht is, daarbij de belangen der aandeelhouders wel degelijk en in de eerste plaats in het oog heeft gehouden.

Tot hoeverre de belangen der fabriekanten aldaar en die der aandeelhouders kunnen samengaan, zal ik thans wel buiten behandeling kunnen laten; — de Directie der Nederlandsch Indische Spoorweg-Maatschappij weet dit natuurlijk beter dan iemand anders.

Verder vreest van Soest het gevaar, dat de Staats-exploitatie door verhooging van tarieven nog ijveriger zal zijn dan de particulier in het najagen van eigen voordeel.

Het is hier maar de vraag, wat men door voordeel verstaat.

Worden die tarieven zoodanig verhoogd, dat het vervoer een