398

De Minister heeft gemeend de proefneming, hoedanige zeker wel bij de meeste nieuwe spoorwegexploitatiën voorkomt, haren gang te moeten laten gaan, totdat de ondervinding eene uitspraak zou hebben kunnen doen, waarop voor het vervolg veilig kon worden afgegaan. En daarom mocht de proefneming niet als geëindigd worden beschouwd, voordat de lijn van het station Soerabaja naar de Oedjong eenigen tijd in gebruik zou zijn geweest. Het was toch bekend, dat het vervoer per spoorweg door die lijn, waardoor eene overlading te Soerabaja werd vermeden, zeer vergemakkelijkt zou worden. Nu dat spoorweglijntje eenigen tijd in gebruik is geweest, kan niet anders verklaard worden, dan dat op de Oosterlijnen het bij wijze van proef ingevoerde tariefstelsel evenmin voldaan heeft als op de Westerlijnen.

Terugkeer tot het stelsel, waarbij de Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij zich goed heeft bevonden, namelijk tot een zuiver kilometertarief voor vrachtgoederen zonder vast recht verdient dus alle aanbeveling. In dit stelsel kunnen de vrachtprijzen en de classificatie zoodanig worden gesteld, dat het vervoer ook over korte afstanden in voldoende mate naar den spoorweg wordt getrokken, en dat het over groote afstanden niet te duur wordt; een en ander met het gevolg dat de baten der exploitatie niet achteruitgaan, maar veeleer toenemen.

Wat speciaal de suiker betreft, zij nog vermeld dat het in de bedoeling ligt de ondernemingen, die haren geheelen oogst per spoorweg afvoeren, l1/^ cent per ton-kilometer te laten betalen.

Nog teekent de Minister hierbij aan, dat de opmerking, dat matige tarieven het vervoer van inlandsche producten in vele streken naar den spoorweg zouden hebben getrokken en bij de bestaande lage prijzen uitvoer van rijst bevorderd zouden hebben, speciaal wat de Westerlijn aangaat, als juist is te beschouwen, maar dat daarentegen de daaraan toegevoegde opmerking, als zou de regeering niets hebben ge-