60

Ziehier verder wat de „ Javasche Courant" van generaal Demmeni verhaalt:

In het begin van November jL zag hij zich genoodzaakt tot herstel van gezondheid het onder zijn beheer gesteld gewest te verlaten, ten einde eenigen tijd in de koele bergstreken van Sumatra's Westkust door te brengen.

Aanvankelijk, zelfs reeds op de reis naar Padang, had de klimaatsverandering eene gunstige uitwerking, welke zich echter niet bestendigde. Hevige koortsen, welke den ICJen dezer intraden en sedert zonder tusschenpoozen aanhielden, schijnen de laatste krachten van den lijder te hebben uitgeput.

Nopens zijn levensloop en militairen dienst kan het volgende worden aangeteekend:

Henry Demmeni werd den 5en September 1830 te Muhlhausen geboren. Den 8en September 1848 als soldaat bij het koloniaal werfdepot te Harderwijk in dienst getreden, vertrok hij den 27en November d. a. v. als korporaal naar Indie, waar hij den 4en April 1849 aankwam.

Den 18en Februari 1856 benoemd tot 2de luitenant der infanterie, werd hij achtereenvolgens bevorderd:

tot 1ste luitenant . . . den 19en October 1859

„ kapitein „ 12en April 1866

majoor „ lfien September 1874

„ luitenant-kolonel . . „ 17en Februari 1877

„ kolonel „ lOen Mei 1883

en „ generaal-majoor. . . „ 10en Mei 1886

Aan de navolgende krijgsverrichtingen werd door hem een werkzaam aandeel genomen:

die in het Palembangsche in de jaren 1851 en 1852,

die bij het observatie-corps in het Delische van 1874 tot en met 1877 en

die in Atjeh in de jaren 1877, 1878, 1879, 1883, 1884, 1885 en 1886.

Slechts eenmaal werd zijn bijna 38-jarige effectieve Indische diensttijd door een buitenlandsch verlof afgebroken.