111

beuren. Neemt men in aanmerking, dat de invloed der groote grondbezitters vooral in beide eerstgenoemde landen, zeer overwegend is, en deze klasse bij uitnemendheid belang heeft bij het voortduren der bescherming, dan kan men onmogelijk zich paaien met het vooruitzicht, dat de regeeringen op grond van de schaduwzijden, eigen aan het stelsel van bescherming, dit stelsel spoedig zullen laten varen. En zoolang dit niet geschiedt, zoolang de beetwortelcultuur niet aan haar eigen lot wordt overgelaten en dus in de positie komt, dat, onder normale en gelijke omstandigheden, het kwaad zich zelve kan straffen: dat is, beperking van de cultuur en fabricage van beetsuiker door gemis aan loonende prijzen, zoolang zal het voor de rietcultuur op Java een hachelijk gelag zijn om zich tegen de beschermde beetcultuur staande te houden, althans onder de lasten, die wel is waar tijdelijk geschorst zijn, maar haar in de toekomst dreigen te verpletteren, indien de tijdelijke voorzieningen niet door duurzame vervangen worden.

Uit dit oogpunt heeft de nota van de heeren Suerraondt en van den Berg nog altoos een hooge waarde, al moet de bestrijding der primitieve voorstellen van den Minister, na het vervallen van die voorstellen, als hors de saison beschouwd worden. De statistieken en feiten in die nota opgenomen zijn zeer geschikt om zich een trouw beeld van de suikercultuur voor den geest te roepen en wij wenschen tot de verspreiding daarvan, voor zooveel van ons afhangt, mede te werken. Al aanstonds wijst de nota op de belangrijkheid van de suiker in de handelsbeweging van Nederlandsch Indie en op den invloed die zij uitoefent op de welvaart der bevolking. De nota luidt daaromtrent als volgt:

„Volgens de officieele Statistiek van den handel, de scheepvaart en de in en uitvoerrechten in Nederlandsch-Indië (waarvan jaargang 18S5 nog niet is verschenen) bedroeg de waarde van den particulieren goederenuitvoer van Java in :