252

Pandjang voor het kolenvervoer te verkiezen is boven die over den pas van Soebang. Afgescheiden van het kolenvervoer, zullen de dichtst bevolkte en meest produceerende streken der Padangsche Bovenlanden ongetwijfeld het best gediend worden door den aanleg van den spoorweg door de kloof der Aneh, daar die streken zich veel meer in de nabijheid dier kloof dan in die van den pas van Soebang bevinden. De spoorweg via Padang Pandjang zal dus in veel hooger mate voldoen aan de behoefte aan verbeterde verkeersmiddelen tusschen de bovenlanden en de haven aan de Brandewijnsbaai, en tevens ook ten goede komen aan het verkeer in de Padangsche Benedenlanden, die bij den aanleg van de lijn door den pas van Soebang geheel van het verbeterd communicatiemiddel zouden verstoken blijven.

De ontworpen spoorweg zal in zijn geheel ongeveer 169K.M. lang zijn, namelijk 7 lJ/2 K.M. van de haven naar Padang Pandjang, 23'/3 K.M. van Padang Pandjang naar Port de Koek, en 74 K.M. van Padang Pandjang naar Moeara Kalaban. De spoorweg is doorgetrokken tot Fort de Koek, omdat deze plaats, als standplaats van den resident der Padangsche Bovenlanden en als middelpunt van het dicht bevolkte Oud-Agam, ongetwijfeld de belangrijkste plaats is in de Bovenlanden. Uit die sterk bevolkte streek hoopt men ook het werkvolk te kunnen trekken voor den spoorwegbouw in de minder goed bevolkte streken. Het station te Port de Koek is zoo gekozen, dat later, als zulks noodig blijkt, de lijn tot Pajacombo zal kunnen worden doorgetrokken. Voorloopig is van die doortrekking echter nog geen sprake. Het zuidelijke eindpunt in de Bovenlanden, Moeara Kalaban, ligt op ongeveer 4 K.M. afstand van het kolenveld. Een spoorweg zou voor dit kleine gedeelte zeer kostbaar zijn; daar zich tusschen het kolenveld en Moeara Kalaban eene bergrug bevindt, zou een tandradspoorweg noodig zijn. Vermits echter dit vak uitsluitend voor kolenafvoer dienst behoeft te doen, kan de spoorweg aldaar misschien vervangen worden docr