353

adjunct-djaksa's en djaksa's onderworpen zijn; vele zijn de feiten waarvan een onpartijdige instructie dier Inlandsche ambtenaren van het openbaar ministerie over het lot van den Inlander moet beslissen en toch wordt van hen geen kennis vereischt, daar algemeen verondersteld wordt dat die met het ambt van zelf komt.

Honderden zijn de voorbeelden van huisjongens, die tot allerlei posten opklommen in den Inlandschen ambtenaarsstand, Mantri kawat (lijnwachter), wedana en onder-collecteur werden, en last not least zelf koelies van de laagste soort tot djaksa's benoemd. En toch grijpen alle raderen in elkander, maar men vrage niet hoe en wie de kosten betalen van de olie en de herstellingen voor den gang benoodigd en door de onwetendheid der werklieden zoo herhaaldelijk vereischt.

Men vrage niet op hoeveel plaatsen de bevolking twee malen dezelfde belasting opbrengt, hoe ze gekweld wordt door de door de Inlandsche hoofden beschermde dievenbenden, aan welke vexaties ze is blootgesteld van die boven hen aangestelden en den aankleve van dien, waarvan de schrijver van Un voyage dans le Guzerat zegt: „Autour de ces „lions assoupis (de Inlandsche hoofden) gambadent et s'agi„tent une foule de petits bipèdes au museau pointu, tres ac„tifs, tres industrieux, toujours en quête d'occasions, s'intri„guant, se fourrant partout et, dans les cas difficiles, payant „d'imposture ou d'impudence, prêts a tout affronter, h tout „endurer, mépris, rébuffades ou soufflets, pourvu qu'il y ait „au bout vingt roupies a empocher."

Waarom de bevolking dan niet klaagt?

Och waartoe zoude dat dienen, hoe zoude dat mogelijk zijn. Zij toch kan niet veronderstellen, dat daar waar die afpersingen, vexaties zoo openbaar geschieden, alleen den Europeesche ambtenaar niet bekend zouden zijn; waar diezelfde ambtenaren van de tractementen hunner hoofden zooveel doen korten voor vendu-schulden of dergelijken, zoodat zij gewoonlijk met ƒ 10 a f 20 slechts van hun tractement

2S

I.