467

leiden, terwijl de kroonprins en de andere prinsen in de zaal zullen ontvangen worden.

8°. Dat zij, noch hun gevolg, te paard, te voet of in een rijtuig zijnde bij ontmoeting van den vorst of zijne nabestaanden zullen mogen stilstaan of uit den weg gaan, alleen volstaande met hen beleefd te groeten.

9°. Dat zij ter audiëntie of bij andere gelegenheden naar den Kraton of elders gaande, zich van een rijtuig, geëscorteerd door eenen wachtmeester en twaalf dragonders te paard, zullen bedienen, terwijl buitendien de grenadiers der lijfwacht als naar gewoonte op hun post in den Kraton zullen moeten wezen.

10°. Dat zij bij het binnenbrengen van brieven in den Kraton dezelve in een koets vooruit moeten laten dragen en die niet meer, als voorheen, te voet zullen vergezellen.

11°. Dat zij hun character bij alle gelegenheden zullen moeten soutineeren en niets doen wat de waardigheid hunner representatie zal kunnen krenken, behoudens het behoorlijk respect den vorsten te betoonen.

Dit ceremonieel wordt nog steeds gevolgd met uitzondering dat de pajong evenals die der vorsten zelve geheel in goud is. De sedert voortgeschreden beschaving en meerdere fijnheid van vormen, die ook bij de vorsten en hofgrooten zeer zijn toegenomen, zal in de uitoefening vermoedelijk veel van de vorige stroefheid hebben weggenomen. Maar rechtens is in het ceremonieel, behoudens de voorgeschreven pajong, geene verandering gekomen.