233

nalist, tot consul-generaal van Counani te Parijs, terwijl de vorige benoeming van Eichard tot zaakgelastigde wordt ingetrokken ; van Gadobert tot eersten secretaris bij het consulaatgeneraal; van Boisdulier, lid van het aardrijkskundig genootschap, tot ondersecretaris van Staat; van Paul Duval tot particulieren secretaris van den president der republiek Counani, enz., enz. Verder volgen een aantal benoemingen in de ridderorde van de Ster. Drie Parijzenaars, Boyer, hoofdredacteur van het supplement van het Petit Journal, Paul Arène, letterkundige, ridder van het Legioen van eer, en Jean-Félix Gras, lid van een onbekend Instituut, hebben het officierskruis bekomen; dertien anderen het ridderkruis.

Bedoeld nommer van het officieele blad maakt voorts eene gewichtige verklaring van den president der republiek bekend; de ridderorde van de Ster van Counani is niet te koop en zal nooit te koop zijn. Dit tot weerlegging van een hatelijk gerucht dat verspreid is.

Eindelijk wordt aangekondigd, dat in den loop dezer maand, behalve eene eerste bezending kolonisten van een vijftig man, de president Jules Gros met zijne familie en eenige grootdignitarissen naar Counani zullen vertrekken.

Terstond heeft zich echter de gezant van Brazilië de zaak aangetrokken en in eene officieele nota doen verklaren: dat de Braziliaansche legatie aan de zaak betreffende die zoogenaamde republiek in Counani geen meer gewicht wil toegekend zien dan zij verdient. In elk geval acht zij het noodig te verklaren, dat Brazilië, als het vereischt wordt, de vereischte maatregelen zal nemen om te beletten, dat de zoogenaamde stichters der nieuwe republiek eenige verandering brengen in den tegenwoordigen staat van zaken aldaar.

De Temps meent dat Brazilië deze zaak, die geen aandacht verdient, wat te ernstig opvat. Maar toch kan de waarschuwing haar nut hebben, en daar de Fransche regeering noch rechtstreeks, noch zijdelings gezind is de onderneming van Jules Gros en de zijnen aan te moedigen, zoo zal het