NiËÜWSBLAL) VOÖfe DÈN ËOÈKHANDëL

De heer Schillemans dankte, zeer ontroerd, allen in het bijzonder voor de blijken van sympathie van hen ondervonden. In de hem toegesproken woorden had hem vooral getroffen de toespeling op den steun hem in die 40 jaren door zijne medearbeiders verleend. Dezen steun herdacht hij met voldoening.

Den 2en Januari had, nu ten huize van den jubilaris, opnieuw eene plechtigheid plaats: de aanbieding van het huldeblijk, waar èn vakgenooten en de met den heer Schillemans als uitgever bevriende auteurs hebben bijgedragen.

In den namiddag dan verzamelde zich het comité, met eenige belangstellenden uit Zutphen, in de woning van den jubilaris en werd deze toegesproken door den heer J. A. Wormser, 't eerst uit naam van de Vereeniging t. bevord. v. de belangen des boekhandels, die hem met den heer

A. de Jager had afgevaardigd, en daarna voor zijne mede-comitéleden. Den heer Schillemans, dien Spr. kenschetste als een der beste leden van den Nederl. boekhandel, hoopte hij spoedig weer een werkzaam deel in de leiding der Vereeniging te zien nemen. Met een toepasselijk woord bood hierop de heer Wormser, uit naam van het comité, den jubilaris eene schilderij in olieverf van J. H. Wijsmuller, gevat in een gebeeldhouwde vergulde lijst.

In meer intiemen kring werd hierna de feestviering voortgezet.

De Bestelhuis-kwestie.

M. de Red. :

Indien het mij vergund wordt, als beoefenaar van een den boekhandel aanverwant vak, een woordje over de bestelhuis-kwestie meêtespreken, dan verzoek ik u beleefd voor het volgende in het Nieuwsblad plaats:

Toen op 9 December 11. de Amst. Debitantenvereeniging eene vergadering belegde, om deze kwestie te bespreken, meende ik, dat daar ook de belangen van kleine zaken en de aanverwante vakken zouden behartigd worden, te meer wijl ook niet-leden tot de bijeenkomst waren genoodigd. Echter bleek het al spoedig, dat ik mij had vergist; aan een niet-lid, die het woord vroeg, werd dit geweigerd. Hiermee zou ik volmaakt vrede gehad hebben, wanneer ook de belangen van kleine zaken door de Deb.-ver. in bescherming genomen waren. Het tarief werd algemeen te hoog gevonden. Dat is minder, hoorde ik zeggen: kost het aan Amsterdammers te veel, dan zal het Bestelhuis restitueeren. En onmiddellijk daarop verman ik, dat het wenschelijk zijn zou, deze restitutie te beperken tot de leden. Een uitsluiting dus van niet-leden, van drijvers der kleine zaken. Maar 't zijn juist deze, die bij de nieuwe regeling in een zeer ongunstige conditie komen. Zeer dikwijls toch ontvangt men per

aag maar een bestelkaart, een boek- of tijdschriftafl., ook éen bestelling voor een band van 20 a 45 ets., en telkens zou men hiervoor 35ct. moeten offeren, die in 't laatst genoemde geval de winst is. Groote zaken, die geheele pakken ontvangen, zal deze onbillijkheid mogelijk niet drukken, doch met de regeling zelve heeft bijna niemand vrede.

Op de Verg. gingen stemmen op, dat men het billijk vond dat Amst. iets betaalt, maar algemeen kon men het toch niet billijken dat men Amst. laat betalen voor de pakken en zendingen die reeds fr. worden gezonden waarvoor dan dubbel port wordt geheven.

Men vond het billijk dat Amst. betaalde zoodra het

diensten vroeg van het bestelhuis, bijv. wanneer men ongevraagd aan de Boekh. buiten Amst. zijne goederen zendt; en alleen als het noodig was zou men Amst. eenigszins kunnen belasten voor de verzending van aan haar gedane bestellingen. Doch verder te gaan — en ik heb dien avond op de Verg. ook gesprekken opgevangen die mij in mijn meening sterken — is onbillijk; evenals men het onbillijk vond, dat men aan het Bestelhuis in eens al zijn inkomsten onttrok en b3vendien nog ging belasten.

In hoeverre het volgende waar is weet ik niet, maar in de Vereeniging moeten wel eens stemmen zijn opgegaan om de leden der aanverwante vakken daaruit te weren, terwijl ik mede geloof dat het lidmaatschap voor kleine zaken te kostbaar is; zij moeten zich zelf dus wel onthouden, wat daarom nog geen reden mag zijn deze van alle restitutie uit te sluiten van het te veel betaalde bovengenoemd.

Overigens hoop ik dat bij een eventueele regeling wel gelet zal worden op de belangen der kleine en aanverwante zaken.

Onder beleefde dankzegging voor de verleende plaatsruimte, teeken ik,

F. G. Koster, boekbinder. Amsterdam, Jan. 1903.

Permanent Bureau.

Naar aanleiding der uitgesproken wenschen van het Internationaal Uitgevers-congres (Brussel, 50 en 51: Londen, 73 en 77; Leipzig, 101) heeft de op 9 en 10 Oct. j.1. te Bern vergaderde Uitvoerende Commissie aan het Permanent Bureau opgedragen zich op de hoogte te stellen van den staat van het vraagstuk der handhaving van vastgestelde verkoopsprijzen in den boekhandel. Het Permanent Bureau vraagt nu den aangeslotenen vereenigingen de drie navolgende inlichtingen:

i°. Welke zijn (in uw land) de algemeene voorwaarden, waaromtrent uitgever en boekhandelaar (debitant) zich hebben verstaan ten opzichte van het vasthouden aan den door den uitgever vastgestelden verkoopsprijs?

2°. Zijn de vastgestelde bepalingen dienaangaande aangenomen door den boekhandel in zijn geheel?

30. Welke zijn de strafbepalingen in geval van afwijking van de voorwaarden door de uitgevers gesteld ?

Het Permanent Bureau zal, na ontvangst der antwoorden, deze stelselmatig ordenen en daarvan kennisgeven aan de aangesloten Vereenigingen.

Bij het rondschrijven is, met toestemming van den heer A. Brockhaus, voorzitter van den duitschen ïBórsenverein», gevoegd een afschrift van de l° Januari 1903 in Duitschland, Oostenrijk-Hongarije en Zwitserland in werking tredende bepalingen omtrent den verkoopsprijs en de geoorloofde korting:

I. Geen korting hoegenaamd op eenige levering van tijdschriften, schoolboeken, in het klein, opvoedkundige boeken, noch op eenigen aankoop van boeken onder de 10 Mark, bij hetzij betaling onmiddellijk, hetzij op rekening.

(Zonder korting in Saksen alle boeken onder 3 M., in Berlijn en Leipzig alle leveringen onder 3 M.; alle leden der Beiersche Boekhandelaarsvereeniging leveren in geen enkel geval met korting.)

II. Korting van 2% bij onmiddellijke betaline

of op zes-maands-rekening, alle aankoopen niet onder I genoemd.

(Brandenburg, Berlijn en Leipzig kunnen tot

5% gaan; de Beiersche boekhandelaren, onder I genoemd, verleenen geen enkel rabat.)

III. Korting tot 5% kan verleend aan overheidspersonen, openbare boekerijen en instellingen, met uitzondering van aankoopen te rangschikken onder l. Eenige bijzondere uitzonderingen en overgangsbepalingen kunnen worden overeengekomen tusschen gewestelijke- en plaatselijke vereenigingen en den Börsenverein. Aankoopen van partijen schoolboeken op ieder gebied en van iederen prijs, door overheidspersonen of scholen, kunnen korting genieten van 5%.

(Brandenburg en Berlijn kunnen deze korting tot 10% opvoeren.)

In Duitschland en Oostenrijk-Hongarije zijn deze bepalingen nog gunstiger voor den boekhandel. De beslissing van Silezie wordt nog ingewacht.

Ook voor den muziekhandel treden 1 Jan. 1903 voorwaarden in werking gunstiger voor den verkooper.

Alle verkoopsvoorwaarden, vastgesteld door gewestelijke en plaatselijke vereenigingen, moeten worden nagekomen binnen het gebied van elk dier vereenigingen zelve, evenzeer ten opzichte van leveringen naar plaatsen binnen het gebied van een der andere vereenigingen.

Niet in den haak.

Mijnheer de Redacteur! Zeer zeker zullen met mij tal van debitanten zich verheugen over het adres van den Nederlandschen Uitgeversbond aan den Minister van Justitie naar aanleiding der aanbesteding van schoolbehoeften enz. voor de rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen. Dit is een bewijs dat het bestuur althans den goeden weg gaarne op wil en tegemoet wenscht te komen aan de maar al te dikwijls uitgesproken wenschen van die debitanten, die te eenenmale afkeerig zijn van dat eeuwige geknoei

in ons boekhandelaarsvak.

Hoe jammer echter dat steeds nog vele en zelfs

groote uitgevers in dat onzalig geknoei vóórgaan. Mij is o. m. ten stelligste bekend [dat twee zeer bekende uitgevers, beiden lid van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels en één ervan zelfs lid van den Nederlandschen Uitgeversbond hunne schoolboeken reeds jaren aan een onderwijzer in eene plaatsin Overijssel leveren rechtstreeks met een korting van 20 pCt. Wanneer een debitant zich vestigt moet hij tegenover het bestuur van den Uitgeversbond schriftelijk de verklaring afleggen geen boeken onder den door den uitgever vastgestelden prijs te verkoopen. Waar moet het nu heen wanneer een uitgever, lid van dien zelfden bond, op die manier vóórgaat met het verleenen van korting aan particulieren. Ik verzeker ten stelligste aan het bestuur van den Uitgeversbond, dat het boven gemelde de volle waarheid is en ik verklaar mij gaarne bereid, desverlangd, de namen van bedoelde uitgevers te noemen.

Met dank, M. de Red., voor de verleende plaatsruimte,

Uw dw.

Deventer. P. de Lange.

Men verzoekt ons te melden, dat bij de aanbesteding der schoolboeken voor de beide openbare scholen der gemeente Renkum ingeschreven is met eene korting van 16 pCt. door den boekdrukker J. D. Ham, te Oosterbeek. De eenige aldaar gevestigde boekhandelaar G. Romijn heeft gemeend zich van inschrijving te moeten onthouden.