288

hem bij de uitvoering zijner taak kan te stade komen. Daarom acht Spr. de instelling van gewestelijke raden wenschelijk. Hunne samenstelling ligt na het gezegde voor de hand. In de eerste plaats worden daartoe geroepen de Enropeesche ambtenaren aan het hoofd der afdeelingen geplaatst, de inlandsche hoofden van den eersten rang en hier of daar een enkel hoofd van vreemde Oosterlingen. Daar naast benoeme de Gouverneur-Generaal een zeker aantal ingezetenen, Europeanen en inlanders, van wie een juist en zelfstandig oordeel mag worden verwacht, tot niet ambtelijke leden. Daar de ambtelijke leden natuurlijk doorgaans afwezig zijn en niet altijd ter vergadering kunnen worden geroepen, is het wenschelijk, dat de overigen op de hoofdplaats gevestigd zijn. Over de gewichtigste zaken, inzonderheid voor algemeen verbindende voorschriften, die een wettelijk karakter dragen, kan eene regelmatige zittingperiode van korten duur worden bepaald, waartoe alle leden worden opgeroepen. Overigens vergadere de raad in den regel met de op de hoofdplaats gevestigde en tijdelijke daar vertoevende leden. Dit kan zonder bezwaar geschieden, daar de raad aanvankelijk een bloot adviseerend karakter moet behouden. Alleen acht Spr. het wenschelijk, dat de hoofden van gewestelijk bestuur in gewichtige aangelegenheden, inzonderheid bij de vaststelling van plaatselijke verordeningen, niet mogen afwijken van het gevoelen der meerderheid zonder kennisgeving aan den GouverneurGeneraal, die alsdan beslist, in overeenstemming met den Raad van Indië.

Spr. vermoedt dat menigeen dezen stap op den weg van hervorming al te bescheiden zal achten — doch hij meent, dat er gewichtige redenen bestaan om slechts met de uiterste omzichtigheid te handelen. Anders toch is het maar al te zeer te vreezen, dat de poging weldra als mislukt zal worden veroordeeld en van verdere stappen zal afschrikken. Men vergete toch niet, dat bij de nieuwe inrichting eene veelomvattende taak, de behartiging van schier alle inwendige belangen