352

neur-Geueraal kwamen aan verschillende leden niet voldoende voor. De vermindering zou allicht tot beperking van de reizen aanleiding kunnen geven. Men achtte het hoogst noodig dat den Gouverneur-Generaal steeds vrijheid gelaten werd om zich op de hoogte te stellen van plaatselijke toestanden en om door zijne persoonlijke tusschenkomst in het openbaar belang werkzaam te zijn.

Bij de Ilde afdeeling (Justitie) vestigden verschillende leden de aandacht op de uitbreiding van personeel. Is het wel noodig zoovele rechtskundige griffiers aan te stellen en daarbij voor schrijfloonen weder hooger bedragen uit te trekken ?

Op blz. 60 van het Koloniaal Yerslag is eene aanschrijving van den Gouverneur-Generaal medegedeeld, volgens welke het hem wordt „vrijgelaten" den president van en den procureurgeneraal bij het Hooggerechtshof over benoeming, verplaatsing of ontslag van rechterlijke ambtenaren te hooren.

Men vroeg waarom den Gouverneur-Generaal niet de „verplichting" is opgelegd om ten aanzien van benoeming, verplaatsing en ontslag van ambtenaren van het openbaar ministerie het advies van den procureur-generaal in te winnen.

In de vergadering der Kamer van 20 November 11. (blz. 210 der Handelingen) is door mr. Hartogh bij de regeering er op aangedrongen om in den geest der denkbeelden, door de commissie voor de herziening van het Nederlandsche wetboek van koophandel neergelegd in het door haar bewerkt ontwerp eener wet op het faillissement, verbetering aan te brengen in de op dat stuk in Indie geldende bepalingen, met name tot wering van de misbruiken, die vreemde Oosterlingen van het faillissement plegen te maken. Men betuigde zijne tevredenheid dat de regeering, blijkens blz. 62/3 van het Koloniaal Verslag, in Indie een onderzoek van de quaestie aanhangig had gemaakt, maar men verzocht den Minister den spoedigen afloop van dat onderzoek en het nemen van doeltreffende maatregelen zooveel mogelijk te willen bevorderen. De kennisneming van bijlage L van het Koloniaal Verslag