439

een onderzoek op te dragen nopens den oorsprong en de gevolgen der serehziekte en omtrent de middelen die daartegen zouden kunnen worden anngewend.

De verzoeken om van Kegeeringswege subsidie te verleenen aan particuliere proefstations zijn in April 1887 door de Indische Eegeering afgewezen uit overweging dat niet gebleken was dat de particuliere krachten in deze tekort schoten; dat, wanneer de drie bestaande particuliere proefstations door versnippering van financieele krachten mochten blijken te gaan kwijnen, het de aangewezen weg was om het aantal dier inrichtingen in te krimpen; en eindelijk dat te Buitenzorg een cultuurtuin met bijbehoorende inrichtingen bestaat alwaar proeven in het belang van de landbouwnijverheid genomen worden.

De ondergeteekende is er niet van overtuigd dat de financieele steun der Eegeering kan ontbeerd worden, en wegens de groote algemeene belangen die er bij betrokken zijn acht hij het noodig dat nogmaals worde nagegaan of die steun noodig is. Het cijfer van / 24.000 werd uitgetrokken met het oog op de omstandigheid dat de Nederlandsch Indische maatschappij van nijverheid en landbouw in het vorig jaar machtiging vroeg „om tot een bedrag van stelle ƒ 30.000 naarmate van behoeften over 's Lands gelden te mogen beschikken."

De vraag, of de tijd nog niet is gekomen om de gouvernements-kinacultuur te beperken, is niet voor dadelijke beantwoording vatbaar. De ondergeteekende meent zich te moeten bepalen tot de mededeeling dat de aandacht der Indische Regeering op deze aangelegenheid is gevestigd. Zonder vooruit te loopen op de in deze te nemen beslissing, mag gevraagd worden of, waar gesproken wordt van de concurrentie welke de particuliere industrie van de gouvernements kinaonderneming zou ondervinden, wel voldoende rekening wordt gehouden met de omstandigheid waaraan de daling der kinaprijzen voornamelijk is te wijten, namelijk de ruime aanvoeren uit Zuid-Amerika.