Fransche kolonisatie in de Woestijn.

Ten onrechte worden de Franschen nog altoos beschouwd als ongeschikt om te koloniseeren. Zij behooren wel degelijk tot de volken, die koloniën weten te stichten, te bevolken, productief te maken en tot bloei te brengen. De koloniën, door de Franschen in vroegeren en lateren tijd in het leven geroepen, hebben voornamelijk den weerstoot wedervaren van de staatkundige schokken, die gedurende meer dan eene eeuw, het moederland beroerden, en, tengevolge van Europeesche gebeurtenissen, waarin Frankrijk eene hoofdrol speelde, zijn Fransche koloniën aan andere mogendheden overgegaan en heeft men de koloniën, die men nog bezat, vaak te baat genomen om tegenstanders het gezag uit de handen te slaan. Vele Franschen misbruiken hunne koloniën als thema voor de oppositie tegen hunne regeeringspersonen. Zoo moest de verovering van Tonking dienen om Jules Ferry uit het gezag te wippen en doet het nog altoos dienst in de pers om dien krassen Staatsman te beletten het gezag te heroveren. Maar zij, die het veroverde Rijk in het verre Oosten besturen, de Franschen in Algiers toonen onveranderlijk een bijzondere geschiktheid om van de veroverde gewesten meesterlijk partij te trekken. Tot in de woestijn der Sahara vertoont zich hun vernuft en hun ondernemingsgeest en zij, die de volgende regels lezen, welke de heer Georges Bolland aan „de ver-

i. 6