138

Hunne adviezen, die openbaar gemaakt zouden moeten worden, zouden in vele opzichten een onwaardeerbaren leiddraad bij de beslissing der Staten-Generaal kunnen uitmaken. Maar toch zou altijd het bezwaar blijven bestaan, dat de geregeerden in Indie zich niet zouden kunnen doen hooren, waar het de behartiging van hunne eigen belangen geldt, en dat het nog altijd de vraag zou blijven, of het tegenwicht van den Kolonialen Raad wel sterk genoeg zou wezen bij een Minister, die toch de verantwoordelijke persoon zou moeten blijven, en in vele gevallen meer de stemming in het parlement, dan den Eaad van koloniën zou raadplegen.

Dat de overdracht van de beschikking over een gedeelte der financiën van Indie aan gewestelijke Eaden, hoe wenschelijk ook op zich zelve, ons weinig zou baten, ligt, dunkt Spr., voor de hand. Aan zulke raden zou men toch voorzeker geene behartiging van de algemeene belangen van Indie kunnen overlaten, en juist deze zijn het, welke tusschen de kolonie en het moederland het meest kwaad bloed zetten, en waarbij het ingrijpen van de wetgevende macht in het moederland het gevaarlijkst is.

Eene vaststelling van de begrooting in hoogste instantie door een wetgevenden Eaad in Batavia, voor een deel uit niet-officieele leden samengesteld, schijnt Spr. evenmin de meest aanbevelenswaardige oplossing te zijn. Zelfs al mochten ook Inlandsche leden daarin zitting kunnen nemen, zoo zou toch het Europeesche element het overwegende zijn, en bij slot van rekening de begrooting vaststellen. En nu mag men niet vergeten, dat de Europeanen in Indie voor een groot deel zich daar niet voor goed vestigen, en dat dus groot gevaar zou bestaan voor een streven naar onmiddellijke hervormingen, zonder zich veel over de toekomst te bekreunen. Zij, die sommige onzer gemeenteraden kennen weten, hoe ettelijke jaren geleden, de neiging daar overheerschende was om ten spoedigste tot stand te brengen, wat men vroeger verzuimde, te laat bemerkende, dat men niet met de beschikbare