218

Zóó kras werd er gehandeld, dat, toen men weder begon adem te halen, men mompelde van onnondige gestrengheid en zich weldra dat gemompel in de pers lucht gaf. In weerwil dat de schrik nog in het lijf zat, kon men niet nalaten aan de zucht van afkeuren bot te vieren. Toch verdient de Eegeering, verdienen de autoriteiten, die te Tjilegon en Madioen vooral handelend optraden, onbepaald lof over hunne cordate houding. Bij verzet is iedere aarzeling eene fout, elke lankmoedigheid eene aanmoediging van den tegenstand. Hoe bliksemsneller de repressie van een klein verzet, hoe minder kans er bestaat voor uitgebreider moordtooneelen en tallooze slachtoffers. Uit een welbegrepen beginsel van humaniteit is dus zelfs snel en krachtig optreden tot herstel van orde en veiligheid aan te bevelen; en wel verre de Regeering daarvoor lastig te vallen, dient zij geprezen te worden dat, hoezeer verrast door de Tjilegonsche moorden, zij terstond toonde op de hoogte te zijn der gebeurtenissen.

De Tjilegonsche moorden zouden natuurlijk een gerechtelijken nasleep hebben. Niet minder dan 204 beklaagden hebben onlangs terecht gestaan voor de reehtbank van omgang. Bij reeksen zijn de beschuldigden voor hunne rechters verschenen. De uitkomst van dit in de Indische rechtspleging zeldzaam voorkomende proces is dat 107 schuldigen ter dood zijn veroordeeld, 3 tot dwangarbeid; 94 beklaagden zijn vrijgesproken, terwijl 43 door de Begeering politiek zullen worden verbannen.

Na het bloedbad dat te Tjilegon heeft plaats gegrepen en nu de rust er volkomen is hersteld, gaat het niet aan die plaats het schouwspel te geven van een galgenstelling waaraan 107 ter dood veroordeelden slingeren of, nog erger, gedurende dagen en weken achtereen, de bevolking te verschrikken met de voltrekking van enkele doodvonnissen. Iedereen moet begrijpen dat hier het recht van gratie ruimschoots zijne toepassing behoort te vinden. Aan de eischen van het recht is volledig voldaan. Allen, die aan het oproer