222

„ Ook uit een ander opzicht dan van zuivere humaniteit zie ik veel bezwaar in de groote terechtstelling, die, naar ik vrees, in het Bantamsche toch wel niet zal zijn te vermijden. Is men zoo zeker van de juistheid van het vonnis? Let wel, dat ik volkomen overtuigd ben van den ijver, de bekwaamheid, de goede trouw en het ernstige streven naar de waarheid bij de rechters, in hoofdzaak bij den waarneraenden ommegaande rechter Mr. Heringa. Maar de meest onpartijdige rechters, de ernstigsten en bekwaamsten onder hen, kunnen misslagen begaan en begaan die somtijds, vooral in een land, waar de verhooren worden afgenomen in eene andere taal dan de hunne; en het is daarom geenszins onmogelijk, dat men zich vergist en dat onder dat groote honderdtal er een voorkomt die den dood niet verdient heeft. En nu moge men het overgevoeligheid noemen, ik gruw van de kans op eenen gerechtelijken moord. Dat ook het groote publiek zoo denkt, blijkt uit den grooten indruk dien de houding van den moordenaar van wijlen den heer Wisman, Wangsa, bij zijne terechtstelling heeft gemaakt. Deze, die volgens het proces ontwijfelbaar schuldig was, en dit naar mijne innige overtuiging dat ook is, heeft een stelsel van ontkenning tot het uiterste gevolgd; hij is met een opgeruimd gelaat en eenen rustigen geest ter dood gegaan als een martelaar. Dit heeft op velen zulk eenen indruk gemaakt, dat zij hem voor onschuldig houden."

Wat de correspondent der „ Nieuwe Botterdamsche Courant" niet zou weten te zeggen, namelijk wat men dan met de gegratieerde oproerlingen moest aanvangen, weten wij en velen met ons wel te zeggen. „Ze verbannen." Sints onheugelijke tijden is door de regeering van Nederlandsch Indie met het meeste succes door verbanning een goed, afdoend, tevens humaan einde gemaakt aan velerlei oproerige bewegingen. Dipo Negoro, de aanlegger van den grooten Javaschen opstand, die stroomen bloeds heeft gekost, werd niet ter dood gebracht toen hij in ouze handen viel, maar naar de Molukken