276

Ook vernam men gaarne 's Ministers zienswijze aangaande de vraag of de wedde van den president van de Algemeene Eekenkamer in Indie, in verband met het onafhankelijk standpunt, dat hij behoort in te nemen, wel in juiste verhouding staat tot andere wedden, meer bepaaldelijk tot die van de hoofden der departementen van algemeen bestuur, en of de wedde, aan het lidmaatschap derzelfde Eekenkamer verbonden, nu onveranderlijk, wel zoo is geregeld als wenschelijk is om bekwame mannen op den duur aan die betrekking te binden.

Aan 's Ministers overweging meende men verder het denkbeeld te mogen aanbevelen om den voorzitter der Algemeene Eekenkamer in Indie de taak op te leggen, ingeval van vacature in het college, advies over de voorziening daarin uit te brengen, daar hij het beste bekend is met de aanwezige werkkrachten en datgene wat tot aanvulling daarvan wordt vereischt, en wijders om aan het college meer invloed te geven op de benoeming van het personeel, waarmede het te werken heeft.