371

particuliere planters, schatte ik het inkomen hoogstens op 130 tot 140 gulden, doch ik denk dat het tegenwoordig niet meer bedraagt dan 100 a 120 gulden. Gegeven dat de inlanders slechts weinig geld noodig hebben voor hunne dagelijksche levensbehoeften, en dat zij dit weinige gemakkelijk met bijzaken kunnen verdienen, zoo blijkt dat het eenige doel voor 't welk hij geld noodig heeft is het betalen der landrenten en andere belastingen. Ongeveer twintig jaren geleden toen ik in het Zuiden van Bantam was, was ik verplicht naar de hoofdplaats van deze residentie (eene vijfdaagsche reis) te zenden voor koperen munt, omdat mijne koelies weigerden zilveren vijf-en-twintig cent stukken aan te nemen, die ik de voorzorg had genomen mede te nemen om mijne daglooners te betalen, en die ik op de plaats zelve niet gewisseld kon krijgen.

De vraag hoeveel specie in Nederlandsch Indie in circulatie, is, kan niet beantwoord worden ; eenige jaren geleden, in 1883, werd het cijfer geschat op een minimum van 50 millioen gulden, doch O. Haupt, Histoire monétaire, schat het op minstens 191 millioen gulden voor geheel Nederlandsch Indie. Inlanders, die door de eene of andere omstandigheid in het bezit geraken van meer geld dan zij voor hunne behoeften noodig hebben, verspillen of beleggen het op de eene of andere manier, doch zeer dikwerf onttrekken zij het aan de circulatie.

Laat ons thans zien wat de inkomsten en uitgaven zijn van een gewoon landbouwer. De totale rijstoogst op de gouvernementslanden van Java werd in 1886 geschat op ongeveer 70 millioen picols padie (of 30 a 35 millioen picols rijst) waarvan 73.000 ton = 1.2 millioen picols uitgevoerd werden. Stel dat de bevolking op de gouvernementslanden bestaat uit vier millioen huisgezinnen, zoo zou ternauwernood elk huisgezin 7.5 of 8.5 picols rijst hebben, of ongeveer drie pond per dag, dat onvoldoende zou zijn, zelfs als men onderstelt dat elk huisgezin eene zuiver gemiddelde portie zou