372

bekomen. Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat een groot gedeelte der bevolking tot andere voedingsmiddelen de toevlucht neemt. Inderdaad, in vele volkrijke districten vormt rijst voor den gewonen landbouwer slechts een betrekkelijk gering deel van zijn maaltijd. Zelfs na een goeden oogst, uitgezonderd als de padi pas binnengehaald is, hebben zij te zorgen zoo goed als het kan om hun eetlust te voldoen, alleen de welgestelden kunnen zich naar hartelust aan rijst verzadigen.

In den regel bebouwt de gewone landbouwer niet meer dan drie vierde bouw sawah (alhoewel het gemiddelde cijfer een bouw is), dat acht of negen picols rijst, misschien minder geeft. Indien — en dit gebeurt niet altijd — een tweede oogst in het jaar verkregen wordt, dan zal de opbrengst van beide oogsten 12 tot 15 picols zijn, waarvan de netto-opbrengst, indien hij ze kon verkoopen, ongeveer 35 of 40 gulden zou bedragen. Maar hij kan niet verkoopen ; hij moet een provisie maken voor zijn gezin, hij moet zaadpadi hebben voor het volgende jaar, zijne helpers, zijne schulden en de belasting aan het Gouvernement betalen. De landrente bedraagt ongeveer 20 millioen gulden en die moeten betaald worden door 2.7 millioen landbouwers.

Met het gebruik der sawah-velden zijn twee andere verplichtingen verbonden : de cultuur- en heerendiensten beide geregeld door het gouvernement en onder toezicht van zijne ambtenaren. Behalve deze zijn er nog de dorpsdiensten a discrétion van de inlandsche hoofden, en, die, in den regel, niet bepaald aan de sawahbezitters alleen opgelegd worden.

Van de cultuurdiensten vereischen die in de koffietuinen den meesten handenarbeid. Nominaal zijn een zeker aantal gezinnen in de nabijheid der tuinen wonende aangewezen om het vereischte werk te doen, doch feitelijk blijft het niet daarbij. Indien de een of ander hoofdambtenaar verwacht wordt om de tuinen te inspecteeren, zetten de inlandsche hoofden allen, die zij uit hun huizen of velden kunnen ha-