De drankduivel bij het leger.

Vergeefsche hoop, verwoest levensgeluk, verloren bestaan, al deze treurige dingen ontmoet men dagelijks op den strijdweg des levens. Verschillende oorzaken werken daartoe mede; maar in duizend en nogmaals duizend gevallen zijn het de drinkgewoonten die deze ellende over de menschen uitstorten. Te veel kan er tegen deze verdervende gewoonten niet gewaarschuwd worden, en niet te nadrukkelijk kan er gewezen worden op hare ontzettende vruchten.

Als een waarschuwend voorbeeld moge de mededeeling der volgende geschiedenis velen ten zegen zijn. Zij had plaats op het eiland Java, in 1863, en wie haar verneemt zal zich, zoo wij hopen geroepen gevoelen om te breken met dit verderfbrengend en heilloos gebruik.

De dienst is afgeloopen, de compagnie-zalen zijn ledig, maar de cantine is vol, eivol met soldaten, die nu voor eenige uren ten minste aan geen krijgstucht gebonden zijn, en ontslagen van het kommando der korporaals en onderofficieren; totdat de taptoe hen naar bed roept zijn zij vrij, en de drank is hun een welkome vriend, die hen geleden onrecht en bedreven kwaad, ja, alles en nog eens alles doet vergeten. Het avondschot valt, en herinnert aan het voorschrift om de kantine te sluiten, en de tijd der rust is aangebroken. Wie