Onze handel met Singapore.

In zijn jaarverslag over 1888, vestigt de Nederlandsene consul-generaal te Singapore, de heer G. Lavino, in de eerste plaats, de aandacht, op een tak van nijverheid, die met voordeel zou kunnen worden uitgeoefend door industrieelen op Java, namelijk het conserveeren van tropische vruchten.

De heer Lavino heeft zich tot taak gesteld om alle mogelijke inlichtingen bijeen te krijgen betreffende de bereiding van de annanas, en ten aanzien van de machinerieƫn, die daarvoor gebruikt worden; en al die bijzonderheden werden door hem aan enkele industrieelen opgezonden, die zich dienaangaande tot hem hadden gewend, alsmede aan de kamers van koophandel te Batavia, Samarang en Soerabaja. Het zoude te wenschen zijn, dat deze pogingen er toe mochten leiden, dat deze bijzondere tak van industrie ook op Java werd opgenomen. Zoo zoude er in korten tijd, zoowel in het belang van den Nederlandschen handel, alsook in dat van den landbouw en de nijverheid in NederlandschIndie, iets belangrijks tot stand kunnen komen, aangezien de grondstoffen er in overvloed aanwezig zijn. Alleen dient men goed op de hoogte te zijn van de wijze van bereiding; en niet minder van eene geschikte wijze van verpakking.