253

Ten slotte zien wij deze bemoeielijking de overhand erlangen en de Protector of Chinese, de hoofdambtenaar die zich speciaal bezig houdt met de behartiging der belangen der Chineezen, adviseeren om de genootschappen niet meer te dulden.

Tengevolge van dit advies en uitingen van de broederschappen in ongeoorloofde richting, wordt de bestaande wetgeving ingetrokken, waarbij her-registratie van bestaande, en registratie van nieuw te vormen genootschappen, de hoofdbeginselen zijn. Natuurlijk heeft men de her-registratie van de, als gevaarlijk beschouwde genootschappen geweigerd, en zal men met nieuw gevormde genootschappen hoogst voorzichtig zijn.

Hoewel men erkent, dat de broederschappen onder de Chineezen gevaar opleveren voor de openbare rust en orde, laat men ook onder de werking van het nieuwe staatsstuk allen, die tot de vroegere genootschappen behoord hebben in den kring hunner werkzaamheid, en koestert men de hoop, die werkzaamheid met strafbedreiging te beletten. Deze hoop wordt ook gevoed ten opzichte van genootschappen, welke zich naderhand mochten vormen en nalaten zich voor de registratie aan te melden.

Volgen wij de geschiedenis der wetgeving in Nederlandsch Indie ten aanzien der genootschappen onder de Chineezen, dan ontwaren wij dat de wetgever, het gevaar der geheime vereenigingen ingezien hebbende, al dadelijk tot het besluit geraakt dat, om tot afwending van dat gevaar te geraken, de deelnemers aan die vereenigingen moeten worden onttrokken aan den kring hunner werkzaamheid, en in overeenstemming daarmede schrijft hij hunne verwijdering uit de kolonie voor.

Later zien wij echter dit beginsel gewijzigd en het stelsel aankleven om vooraf straffen op te leggen en eerst, wanneer deze geen uitwerking mochten blijken te hebben, het beginsel der verwijdering toe te passen.