15-9-1933

De Ingenieur no. 37. Algemeen gedeelte 37.

A. 323

vormd door dr. ir. J. A. Ringers, jhr. ir. C. E. W. van Panhuys en schrijver dezes; trio, hetwelk zich bijzonder verheugde, dat van de lijst der gedecoreerde medewerkers aan den tunnelbouw, ook werd opgelezen den naam van een landgenoot, t.w. ir. G. P. Nijhoff.

Verder moge voor dit opstel gelden het korte koninklijk woord, dat op de tribune klonk:

In een tijd, die at te veel belang hecht aan de phraseologie der redevoeringen en de ideologische betwistingen, welke sommige lichamen bezig houden, spreekt een werk, als hier is tot stand gebracht, luid genoeg voor zichzelf om het niet verder te moeten roemen.

Trouwens de lezers van De Ingenieur kunnen de blz. B. 17, A. 52 en A. 92 in de nummers 3, 6 en 9, jaargang 1933 naslaan, waar de technische beschrijving is opgenomen. Hieraan zij nog zakelijk toegevoegd, dat in April 1931 begonnen werd; dat het aantal werkteekeningen 4000 stuks beliep; dat 1500 personen dagelijks op de bouwplaatsen werkten; dat daarnaast 4000 arbeiders bezig waren in de met den tunnelbouw samenhangende bedrijven; dat 400 resp. 200 dagen voor de vastgestelde termijn van 1000 en 700 dagen de oplevering geschiedde, waardoor de aannemer, de energieke en voor zijn werklieden zoo zorgzame Edgard Frankignoul, ruim een millioen francs premie verdiende, welke het nadeelige effect van tal van schade berokkenende factoren heeft opgevangen; dat de kosten voor beide doorgangen bedroegen in totaal 250 millioen francs; dat de verlichting van de rijtunnel een Nederlandschen stempel draagt door de Philips lampen, waarvan honderden volgens het wisselstroomnatriumtype, welker effect in helderheid omgekeerd evenredig is aan het flatteerend effect ten aanzien der gelaatstrekken van de belichten; dat de capaciteit van de rijtunnel is 2000 auto's per uur en van de looptunnel 16.000 personen per uur; dat de veerbooten in kwartierdienst blijven varen om te vervoeren lasten, die groote brandbaarheid bezitten of zeer kwalijk rieken en personen (elke boot kan er 800 per reis opnemen), die aan de open lucht de voorkeur blijven schenken en daardoor telkens genieten kunnen het wonderschoone panorama vanaf den westelijken Schelde-oever op stroom en stad, uitzicht dat bij de ontworpen plannen voor het nieuwe Antwerpen-West (zie elders in dit blad) terecht behouden moest blijven.

Ir. Wouter Cool.

BERICHTEN VAN ALLERLEI AARD.

W. F. J. M. Krul, rapporteur voor drinkwatervoorziening bij het Internationaal Hygiënisch Congres te Parijs

De „Société de Médecine Publique et de Génie Sanitaire" te Parijs zal van 23—25 October e.k. in het Instituut Pasteur te Parijs een Internationaal Hygiënisch Congres houden, waarop zullen worden behandeld:

1. Uitvoering van groote werken in het belang van de Volksgezondheid in verband met de economische crisis;

2. Samenwerking op het gebied der tuberculosebestrijding.

Op uitnoodiging van de Société zal als algemeen rapporteur van het onderwerp drinkwatervoorziening optreden de heer W. F. J. M. Krul, Directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening te 's-Gravenhage.

Overdracht rectoraat der T.H. te Delft.

Op Maandag den 18den September 1933, des namiddags te 3 ure, zal in de vergaderzaal van den Senaat, Oude Delft No. 118, de Senaat der Technische Hoogeschool een openbare vergadering houden, waarin de afgetreden Rector Magnificus prof. ir. .1. A. Grutterink, met eene rede over de Technische Hoogeschool tijdens het studiejaar 1932— 1933, het rectoraat aan zijn opvolger, prof. dr. J. G. Rutgebs, zal overdragen.

Voordrachten over „Water in het stoomketelbedrijf".

Onder auspiciën van het Technisch Economisch Genootschap, (bijeenkomsten van bedrijfsingenieurs) en de Nederlandsche Chemische Vereeniging, (sectie voor bedrijfschemie)zal op 22 September 1933 om 10.30 uur een gecombineerde vergadering gehouden worden, waar het onderwerp „Water in het Stoomketelbedrijf" behandeld zal worden.

De samenkomst heeft plaats te Amsterdam in een collegezaal van het Laboratorium voor Organische Scheikunde der Gemeentelijke Universiteit, Nieuwe Prinsengracht 126.

De volgende voordrachten zullen worden gehouden:

„Beschermingszouten tegen steen en corrosie" (met lichtbeelden) door dr. R. A. Dengg, bedrijfsingenieur der Gemeente Electriciteits W7erken te Amsterdam.

„Waterervaringen bij een 39 at. ketelinstallatie" (teekeningen en demonstratie van gecorrodeerd materiaal) door ir. L. P. Kbijger, bedrijfsingenieur der N.V. Vereen. Koninklijke Papierfabrieken der fa. Van Gelder & Zonen te Velsen.

„Corrosie in een valbuis" en „Ervaringen met de ontluchting van voedingswater in een z.g. accumulator", (demonstratie van gecorrodeerde buis) door dr. ir. F. W. van Berckel, ingenieur bij de Staatsmijnen.

„Bedrijfservaringen betreffende voedingwater bij hooge druk ketels" door ir. H. J. Boon, bedrijfsingenieur van het Provinciaal & Gemeentelijk Utrechtsch Stroomleveringsbedrijf.

„Caustische brosheid" (met lichtbeelden) door Dipl. Ing. M. Schmit, chef v.h. chemisch laboratorium van Gebrs. Stork & Co.

„Het meevoeren van water door stoom" (mechanische en physische oorzaken; middelen om meevoeren van water door stoom tegen te gaan) door ir. S. de Waard, ingenieur b.h. Rijksinstituut voor Brandstoffcneconomie.

Tijdens de pauze zal een eenvoudige koffiemaaltijd gebruikt kunnen worden a ƒ 1.50 per persoon.

Aanvragen voor introductie en deelname aan koffiemaaltijd te richten tot ir„ W. A. Staring, Zijkanaal B, Velsen.

Stichting Bandoengsche Technische Hoogeschool-Fonds.

In verband met zijn benoeming tot Minister van Waterstaat is ir. J. A. Kalff uit den Raad van Beheer van de Stichting Bandoengsche Technische Hoogeschool-Fonds getreden en heeft de Raad van Bestuur van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs in de ontstane vacature benoemd Ch. J. I. M. Welter, Oud-Vice-Presidcnt van den Baad van Nederlandsch-Indië, die de functie aanvaard heeft.

INGEZONDEN STUKKEN. Brug of tunnel ?

De excursie der Afdeeling voor Bouw- en Waterbouwkunde van het Kon. Instituut van Ingenieurs, gehouden op 1 September 1.1. naar de oeververbindingen in aanbouw bij Arnhem en Nijmegen was zeer leerzaam en bood veel nieuws. De keurige beschrijvingen van ir. Harmsen hadden zulks reeds doen vermoeden. Toch bleef er na lezing een en ander te vragen over, hetwelk mij tijdens de excursie niet of slechts onvolledig beantwoord werd. Het schijnt van genoegzaam algemeen belang er alsnog op terug te komen.

De beschrijvingen van ir. Harmsen misten iets. Vermoedelijk is dit minder opgevallen aan zijn directe vakgenooten, omdat hetgeen als een gemis mijnerzijds gevoeld werd, als regel in dergelijke beschrijvingen gegeven in De Ingenieur ontbreekt. Als men een technische uiteenzetting van waterstaatszijde met genoegen gelezen heeft, kan men zich steeds de vraag stellen: ... en wat kost dat nu? Aangezien het regel is, dat het antwoord daarop niet in de beschrijving aangetroffen wordt, vervalt het zoeken naar de verdeeling der kosten. Vooral in dit geval was zulks treffend, aangezien de schrijver wel vermeldde, op welke wijze de kosten door de verschillende bestuursinstanties zouden worden gedragen.