DE VRIJDAGAVOND

151

achter het zinnelijk waarneembare ligt en wat oorsprong van alles is.

Oneindig groot en diep is de mensch.... oneindig klem en machteloos tegenover het minste m het wereldgebeuren, machteloos tegenover zichzelf tegen de kleinste tegenwerkingen van andere menschen; nog machteloozer tegen abnormaliteiten der natuur en hersenaf brekingen.

Zoo wordt de jonge mensch, op de wisseling van machts- en onmachtsgevoel, van levensoptimisme en -pessimisme, heen en weer gegooid. Hij krijgt daardoor een telkens wisselend gezicht op wereld, leven en zijn. En hij komt tot „onzekerheid"; het gevoel, dat de wereld misschien toch niet zoo is als ze waargenomen wordt. Want men ziet er telkens nieuwe gezichten en werkelijkheden ....

De jonge mensch ziet andere mogelijkheden dan de bestaande en aanvaardt de wereld niet meer, zooals ze zich geeft. Hij begint na te denken over toekomst en vooruitgang, over doelloosheid en f inalisme.... We kunnen dit proces, in 't kort als volgt karakteriseeren: Dieper inzicht — ontevredenheid — niet-aanvaarding — denken — revolutionarisme.

REVOLUTIONARISME.

We zijn nu aan de bespreking toe van het laatste moment in de Jeschiwa-opvoeding; het is het moment van het geestelijke revolutionarisme. Terwijl dus elders, het revolutionarisme (op enkele uitzonderingen na) geboren wordt uit den dwang der materiëele omstandigheden, wordt daarentegen de ontevredenheid door de Jeschiwa-opvoeding systematisch gekweekt. Deze moet dan op den duur tot het revolutionansme leiden. Men schrikke niet van deze uitdrukking. Het revolutionansme is, zoo vreemd het op het eerste gezicht ook lijken mag, de belangrijkste factor voor de ontwikkeling tot een religieuze genialiteit.

Wanneer men namelijk de wezenskern van het revolutionaire streven beschouwt, dan ziet men dat dit is een streven naar het Eeuwigvolmaakte, de Gdheid. Men zoekt aldoor naar het andere, dat niet al deze onvolkomenheden heeft. Nu denkt men altijd het andere gevonden te hebben in een nog niet bestaand reëel ideaal. Wanneer deze ideale toestand tot zijn verwerkelijking nadert, wil de ware revolutionair alweer iets anders. Alleen revolutionairen om „brood en spel" zijn en blijven tevreden met lotsverbetering. Het ware revolutionansme echter onderscheidt zich juist daardoor dat het nooit te bevredigen is. Het kan toch niet anders, want het is het streven dat laait naar het eeuwig-andere van het tri-dimensionale.

De geestelijke revolutiekrachten stuwen dus naar het absolute. Ze worden echter door de omgeving — de wereld — afgeleid naar het reëele, het eindige.

De Jeschiwa-opvoeding nu, richt deze psychische bereidstelling naar het Eeuwige. En wanneer de mensch eenmaal doortrild is door de Eeuwigheidsgedachte, dan stuwt hij zich op en wordt hij omhooggestuwd. Alle latente krachten kunnen nu ontwikkeld wor¬

den. Welke geestesrichting hij dan ook uit wil — alles moet lukken. De alzijdigheid is het resultaat van de dynamisch werkende Jeschiwa-opvoeding. Zij bereikt dat wat geen enkel ander (statisch) systeem, in gelijke mate bereiken kan.

Om dezelfde reden is de Jeschiwa-opvoeding een systeem, dat bijna nooit faalt.

MOESSAR-JESCHIWAUS. Het is echter niet altijd zoo geweest in de Littausche Jeschiwaus. Ze waren eens het broednest voor de Haskala, de geboorteplaats van het Choveve-Tsionisme en van alle mogelijke niet-joodsche stroomingen. In 1905 was er in vele Littausche Jeschiwaus een sterk socialistische gisting.

Dat deze misstanden mogelijk zijn geweest, is alleen verklaarbaar uit het feit, dat men er vroeger een heel ander Jeschiwa-systeem had dan tegenwoordig.

Men was er in de Jeschiwa om te leeren, al maar meer en dieper.... al maar scherpzinniger en logischer. Aan de systematische zielsontwikkeling, de ontplooiing van alle zielskrachten — dacht men toen niet. De Jeschiwa-opvoeding beperkte zich dus tot het bijbrengen van de feitenkennis en de methodologie van den Talmoed. Overigens liet men het aan de Bachoerim zelf over. Ze moesten vanzelf en organisch het Jodendom „ingroeien". Men steunde ook op het milieu dat nog krachtig — en „vanzelfsprekend" — Joodsch was. Maar men steunde vooral op den invloed, die uitgaat van de verdieping in de Talmoedstudie. Door veel en vooral diep te leeren, dacht men, zou de jongeman op den duur de ziel der Touro vatten. Met dit Tourobegrip zou hij dan alle vragen van het leven oplossen, in den geest van het G-dsjodendom. En vanzelf zouden zich zijn zielskrachten ontwikkelen en vanzelf zou hij dan tot een Persoonlijkheid worden. We zien dat de vroegere Jeschiwa staat tusschen de moderne Jeschiwa en de Klaus.

Het grootste deel der Gedaulim van onzen tijd, zijn dan ook volgens dit systeem opgegroeid.

Om het begin van de twintigste eeuw echter begon dit systeem te falen. De hevige beroeringen in het Joodsche leven vonden vooral onder de Jeschiwajeugd sterken weerklank. Toen kwamen, onder hevige bestrijding, de zoogenaamde Moessar-Jeschiwaus op. Toen zijn dan de grondslagen gelegd, van het nieuwe opvoedingssysteem der Littausche Jeschiwaus.

Het revolutionansme dat elke nieuw-opkomende geestelijke beweging heeft, werd nog sterk verhoogd door het revolutionaire element dat in het wezen van het Moessarsysteem zelf ligt.

De opkomst van de Moessar-Jeschiwaus is een historisch belangrijk verschijnsel in de Joodsche geschiedenis. In enkele tientallen jaren werd een omvorming, bijna op alle gebied, tot stand gebracht. Hiermee bewees de Litausche Jood zijn groot revolutionnair vermogen.

Litauen, het land van de machtige altijd nieuwopborrelende Deroesj, heeft nu in zijn Jeschi-

LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ

„ARNHEM"

VERZEKERT U VOLGENS HET

dubbele VOORZORGTARIEF

BILLIJK - DOELMATIG

INDUCO TAXI

DAG EN NACHT GEOPEND

Telefoon 52633. Telefoon 52643.

Garages:

Weesperplein 18 - Alb Cuypstraat 33

Sigarenmagazijn „Eroïca"

G. H. BAKKER — AMSTERDAM BEETHOVENSTRAAT 15, TELEF. 21886 Ruime keuze

Import Sigaren en Sigaretten

J. KRESZNER - AMSTERDAM

Kinkerstr. 161 - Amsterdam - Tel. 82150

Moderne en artistieke Verkooper verlichtingsartikelen voor <je g. e. Electro-Techn. Bureau W. en G. G.

waus een feilen strijd aangebonden met deze Deroesj. Wanneer men een vernietigende cntiek wil geven, op een gedachte of op een „bi-joer" (interpretatie) van een „Chasal", dan bestempelt men het met de uitdrukking „Deroesj".

Revolutionnair is ook de felle bestrijding van de niet heel diepgaande filosofische redeneerkunst; de bestrijding van alle banaliteit; het verzet tegen elk spoor van tevredenheid en Ballebattisme.

Men heeft zelfs de omvorming aangedurfd, van de sociaal zoo machtige factoren als „uitspraak" en „kleederdracht". Het is bekend, welke machtige krachten er noodig zijn om dergelijke fel-ingebeten conventies af te schaffen of te wijzigen.

Op uitspraakgebied zijn vooral belangrijk, de wijzigingen van de uitspraak van de „Cholem" (van - ee - tot - oi) en van de „Sjin" (van Sijn - tot - Sjin).

Vooral in de kleeding echter is er een radicale wijziging gekomen. Een Jeschiwabachoer van Slabodka, Chewraun en Telschi verschilt, wat zijn uiterlijk betreft, in niets van den WestEuropeër.

Aan dit machtige revolutionnaire vermogen blijkt wel voldoende de groote, niet-falende kracht van het door ons besproken, nieuwe opvoedingss ysteem.

Dit revolutionnarisme is van psychologisch standpunt gezien, nog veel opvallender. Het opvallende daarin is nu, dat juist een kring van traditioneelen, naar hun geestelijke instelling, dus zoogenaamd conservatief, zooveel revolutionnair gevoel konden opbrengen; dat