EEN SPOOKGESCHIEDENIS.

sprong hij recht op zijn belagers af. We stoven uit elkaar. Daar stond het monster, een kleine zwarte hond met rollende oogen en natte bek, maar dol was hij niet, alleen buiten zich zelf van angst.

„Het is Diana van den houtvester!" zei er een, die het dier herkende.

Waarlijk, 't was dezelfde kleine hond, die mij nageloopen was. Dus niet de dolle hond, uit Seegrund. Ik stelde voor hem een bak water te geven. Dat gebeurde en het versmachtende dier dronk tot er geen druppel meer over was. Uit dankbaarheid likte hij ons de handen. Toen waren de dames overtuigd, dat ze zich vergist hadden. Diana werd weer in vrijheid gesteld en onze helpers verlieten eveneens het kasteel.

Waar was Jean nu? Eensklaps verdwenen! De keukenmeid had hem naar zijn kamer zien gaan en Annette was hem beneden tegengekomen met een pak onder den arm. Hij was weg en bleef weg — eigenlijk nog maar 't beste.

Den anderen morgen kwamen we tot de volgende ontdekking. In den zolderhoek boven mijn kamer lag een groot pak, een veerenbed in een zwarten overtrek. Dit pak was bevestigd aan twee touwen. Aan het eene touw werd het tot aan mijn raam neergelaten,

en aan het ander weer opgetrokken. De geschiedenis met de ketting was ook heel eenvoudig, daar er boven in den schoorsteen een schuif zat, later bemerkten we ook dat de schurk een leisteen op den schoorsteen had gelegd waardoor er stikstof in mijn kamer ontstond.

Maar waarvoor diende die spokerij? Ook dat werd spoedig duidelijk, toen men de provisiekamer en den wijnkelder onderzocht. Daar werd heel wat gemist. Jean had het zoo ingericht, dat terwijl hij op rooftocht uit was, een ander, zijn handlanger, het spook liet dansen, waardoor de bewoners in doodsangst hunne kamers niet dorsten te verlaten.

Vermoedelijk hadden zij op den avond van mijn aankomst weer hun slag willen slaan. Mijn komst en mijn telegram zaten Jean dwars. Hij hield de depêche achter en dacht niet, dat ik te voet zou komen. Toen ik nu toch kwam, had hij de brutaliteit mij met zijn spokerij bang te willen maken. Hij kon ook niet weten, dat ik het vak kende. De bruine vlek bleek een gewone olie-vlek te zijn. De catastrophe had ook niet op mijn kamer plaats gehad, maar in het tuinhuis.

Zoover ik weet, heeft het sindsdien in het kasteel nooit meer gespookt.