Sc/toohdeuios.

545

Verslag van het verhandelde in de vergadering van de leden van het fonds voor onderwijzers-weduwen en weezen uit Gelderland , op Zaturdag, 24 Mei 1873.

Bij afwezigheid van den Heer Schoolopziener in 't eerste district van Gelderland, die door familie-aangelegenheden verhinderd was, de vergadering bij te wonen, werd de vergadering gepresideerd door den tweeden Voorzitter, den Heer Gr. K. Timmer , hoofdonderwijzer te Arnhem.

Al de leden van 't Bestuur waren tegenwoordig, terwijl slechts zes andere leden van 't fonds, t. w. A. de Vries te Middachtersteeg, D. J. Swaters en P. T. J, van Diggelen, te Arnhem, H. N. van Ierland, te Loo, J. Gerritsen ïz., te Laag-Soeren, en Th. Eiswiek, te OudZevenaar , door hunne tegenwoordigheid bewijs gaven van belangstelling in den stand van zaken, 't fonds betreffende.

Na het lezen der notulen werd mededeeling gedaan van twee brieven van den Heer Inspecteur van het lager onderwijs in Gelderland:

a. de dato 14 Oetober 1872 , n°. 624 , waarbij wordt goedgekeurd het voorstel van 't Bestuur, om de uitkeering aan de weduwen en weezen voor 't trekkingsjaar 1872/73 te bepalen op ƒ 40 per aandeel.

6. n°. 625, waarbij P. J. Moll, hoofdonderwijzer te Arnhem, benoemd wordt tot lid van 't Bestuur, tevens secretaris.

Iu verband met den laatsten brief herinnert de Voorzitter der vergadering, dat de Heer B. Blokhuis, bij 't einde van 't afgeloopen fondsjaar, had gemeend te moeten bedanken als secretaris. De Voorzitter wijst op de vele diensten door den Heer Blokhuis aan 't fonds bewezen, zijne naauwkeurige bekendheid met den gang en stand van zaken betreffende 't fonds, en deelt mede, dat de Commissie van