700

Boelcbeoordeelingen.

redelijkerwijs hebben tegen de openbare school? Het onderwijs aan die school is neutraal.

Art. 23 der wet van 57 is daar, om voor die neutraliteit te waken. Wat wil men meer? Een ander onderwijs is in ons land, dat is duizendmalen betoogd, niet mogelijk, maar ook niet noodig!

Zoolang men niet zoo confessionneel wordt, dat men eene orthodoxe rekenkunde, natuurkunde, leeskunst, schrijfkunst enz. verlangt, kan geen confessionneel redelijkerwijs bezwaar hebben tegen het openbaar onderwijs.

Ik verschil dus ook in dit opzicht zeer met den heer Eomeijn. Ik noem het dwaas en onmogelijk, met allerlei gemoedsbezwaren te willen rekenen.

Vreemd is het mij , dat de heer Eomeijn zulk een zienswijze ih strijd acht met de liberale beginselen. „Die wahre Liberaliteit ist Anerkennung."

Dat is zoo. Maar men moge gezind zijn alles zooveel mogelijk te waardeeren; men kan toch niet vorderen, dat een zaak hooger geschat worde, dan zij waard is.

Herinneren wij ons, wat de Genestet van verstand en gevoelen zegt:

Waar deze twee één zijn, daar is 't recht, 't Gevoelenloos verstand is slecht, En H onverstandige gevoelen Maakt menigeen bezeten.

Ik kom tot het laatste bezwaar, dat de heer Eomeijn tegen leerdwang oppert: een leerdwangbevelende wet zou niet worden nageleefd, doordat de uitvoering op onoverkomelijke bezwaren stuiten zou.

Als men aanneemt, gelijk de heer Eomeijn doet, dat de wet onredelijk en tegen den geest des volks is, dan is men volkomen in zijn recht, als men de gevolgtrekking maakt,