Mengelwerk.

genoeg stil te staan, die beginselen en de daaraan bestede zorg minachtende, alsof, wanneer het de schatting van kennis betreft, niet eigenlijk alle menschelijke wetenschap, hoe hoog in schijn, toch ook slechts beginsel en stukwerk is.

Zij, die in de school of bij huiselijk onderwijs op oogenblikkelijke aanwinst begeerig, maar op duurzaam bezit weinig of geen acht gevende, zich verwonderen, dat het eerste, te driftig opgewekte vuur, spoedig daarna uitdooft, dat de snelle vordering eensklaps in achteruitgang verkeert, zich of in tegenzin tegen de wetenschap of in een verslapping of uittering van de ontijdig opgewekte zielekrachten oplost, en dat het kleine pedantje of dusgenaamd wonderkind allengs tot een grooten zotskap opwast.

Geene opvoeding kan met sprongen voortgaan. Zij is gebonden aan den onveranderiijken vorm, waarin onze zinnelijkheid zich bewegen moet: de tijd — en langzame oefening is versterking van kracht; onnatuurlijke vervroeging baart stilstand of ontzenuwing. O, tweede helft der negentiende eeuw! hoe waarschuwend doen die uitspraken zich tegen u hooren; nu het weten alleen doel en de wijze, waarop de kennis is verworven, bijna niet in aanmerking komt; nu niet meer eigen werkzaamheid onder behoorlijke leiding, maar instampen van de leerstof schering en inslag is; nu kennis alleen, die wel een krachtige hefboom, maar niet de eenige is tot het verspreiden van volksgeluk en volkswelvaart.

Overeenkomstig zijn denkbeelden over opvoeding en haar doel moest Delprat den eisoh stellen, dat de opvoeding den geheelen mensch moet omvatten. Met de ervaring en de geschiedenis vóór zich, kon hij, zoo meende hij, bewijzen, dat daar, waar de opvoeding alle krachten en vermogens omvat, de meeste en beste resultaten zijn.