IN EN OM GROOTER NEDERLAND

825

Hiervan moest het noodzakelijk gevolg zijn, dat de Weeskamerzaken buiten de plaatsen, waar de colleges gevestigd zijn, slecht werden behartigd.

Het heeft jaren lang daarover klachten geregend, zonder dat het hielp.

Eindelijk heeft de regeering, geadviseerd door den directeur van justitie, ingezien, dat een algeheele zuivering, hervorming, dringend noodig is.

Bovenal bij de behandeling van faillissementen — de Weeskamers oefenen, krachtens de Faillissementsverordening, de curateele uit — bleek van onkunde, ook vaak van onwil.

Thans wil de regeering, dat het agentschap voortaan zal worden uitgeoefend enkel door deskundig personeel. Men wil hen recruteeren uit het personeel der Weeskamers en hun een salaris toekennen, dat in overeenstemming is met de belangrijkheid van hun taak.

De agenten blijven behooren tot de sterkte der Weeskamers, maken de promotie van het Weeskamerpersoneel mede en krijgen den rang van derden Commies.

Als de Volksraad en later de Nederlandsche begrootings-wetgever zich met de voorstellen zal hebben vereenigd, zal dit een verbetering blijken te zijn van een niet te onderschatten gewicht.

DE OOSTKUST VAN SUMATRA.

Bij zijn vertrek van de Oostkust van Sumatra heeft de scheidende Gouverneur, het nieuwe lid van den Raad van Indië Westenenk, de vraag geopperd of voor een gewest als de Oostkust van Sumatra, waar het leven duur is en de ambtenaren veel meer zelfstandigen arbeid moeten verrichten, een gewest, dat jaarlijks een tien tot vijftien millioen gulden bijdraagt in de algemeene kas, dezelfde bepalingen moeten blijven gelden als voor andere, minder belangrijke Indische gewesten.

Een te Medan verschijnende courant, de Sumatra-Tost, heeft dadelijk haar antwoord op de vraag van den afgetreden Gouverneur gereed: ,,Op naar de autonomie" !

De Locomotief bestrijdt dit: een gewest, volslagen afhankelijk, wat zijn productie betreft, van de wereldmarkt, wat zijn arbeidskrachten aanbelangt geheel aangewezen op

invoer van buiten (Java, China), is economisch niet onafhankelijk en kan dit ook nooit worden.

Een opvatting, welke zeker geheel juist is.

Het Nieuws van den Dag voor N.-I. zegt ervan: Hetzelfde geldt voor de geheele koloniale samenleving, die niet autodynamisch werkt op de wijze van het volgroeide Wcstersche staatsleven en daarom niet autonoom, d. w. z. naar eigen wetten levend, kan optreden.

En verder schrijft het blad:

,,De Sum. Post-iWusie is overigens typisch Hollandsen, beter nog óud-Hollandsch.

Het particularisme in de dagen der Republiek, het onafhankelijk steden-gedoe, de rivaliteit tusschen de provincies, de zucht om zelfstandig te ageeren buiten het algemeen verband, en het niet willen zien van de gevaren daaraan verbonden als werkelijk de nood aan den man komt, dat alles drijft bij de Sum. Post atavistisch boven.

Gouv. Westenenk zal met zijn uitlating stellig niet hebben bedoeld wat het Medansche orgaan er aan consequentie in meent te vinden.

De ramp van het particularisme, waaraan ons land zooveel onzegbare ellende in zijn opgroei te wijten had, blijve Indië bespaard.

De Regeerinp- zal dan ook de bloeiende gebiedsdeelen met extra toewijding- uit welbegrepen eigenbelang verzorgen, want verwaarloozing daarvan zou in dubbele mate door de achterlijke gewesten worden gevoeld.

En zij beschikt gelukkig over de wijsheid, die inziet dat niet een autonomie-avontuur voor verschillende onderdeden van Ned.Indië, maar de verbonden kracht van het geheel de uitsluitende voorwaarde is om de deelen tot bloei te brengen en voorspoedig te doen blijven."

Wij beamen het bovenstaande volkomen.

Wie de Oostkust van Sumatra kent, het handjevol Europeanen — noeste werkers, het dient erkend te worden — de groote schare van geïmporteerd werkvolk, altegaar tijdelijke bewoners van het land, uitgezonderd een zeer klein inheemsch bevolkingsdeel — kan enkel de schouders ophalen over het malle idee om aan dat gebiedsdeel autonomie te schenken.

En uitgezonderd genoemd Oostkust-orgaan, zal geen redelijk denkend mensch het begeeren.