DE NIEUWE WERELD.

Men kan niet zeggen, dat het streven van het Amerikaansche volk om zich te ontdoen van het alcoholisme, ,,een der kwalen van dezen tijd", bij ons veel waardeering ondervindt. Zooals dat streven in verschillende dagbladberichten in Nederland tot uiting komt, is men veelal geneigd het niet geheel au serieux te nemen.

In deze dagen, waarin het vraagstuk van ,,nat-of-droog", — de gulden middenweg is daarbij dunkt ons een al te veel verwaarloosde factor —, druk besproken wordt en in breede kringen onzer samenleving de aandacht heeft, is bij de uitgeversfirma J. B. Wolters te Groningen een werkje verschenen, De Nieuwe Wereld (Amerika 1923), reisbrieven van N. A. de Vries, met vele illustraties. Een keurig uitgevoerd werkje, zeer onderhoudend van inhoud, ondanks zijn sterke tendenz.

De heer De Vries is tweemaal dwars door Amerika gegaan, van New-York naar Los Angelos, langs de kust van Los Angelos naar San Francisco en van daar terug naar NewYork.,,/ have seen much, Cities and men", is het motto waaronder hij dit boekje heeft doen uitgeven en als we alleen maar de reisroute bekijken, dan gelooven we dat graag.

De reis heeft de heer De Vries gemaakt in gezelschap van den heer P. van der Meulen, den voorzitter der Nederlandsche Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken; aan hem zijn deze reisindrukken opgedragen. En professor Casimir, die lid is van het Hoofdbestuur van genoemde vereeniging en die aan het Hoofdbestuur destijds een voorstel had gedaan om een afvaardiging namens de vereeniging naar de Vereenigde Staten te sturen ten einde daar op objectieve wijze de werking van het drankverbod te bestudeeren,

heeft het boek een hartelijk woord ter inleiding medegegeven.

De heer N. A. de Vries, toen hij de reis maakte lid van Gedeputeerde Staten en thans wethouder van Groningen, heeft zich zeer veel bewogen op het gebiedi van maatschappelijk werk en gaarne onderschrijven wij na lezing van dit interessante werkje het oordeel van professor Casimir, namelijk, dat in deze brieven méér dan enkel de drankbestrijder aan het woord is. Men voelt, dat hier de man schrijft, die in Nederland zijn leven besteedt aan maatschappelijk en staatkundig werk en voor wie de verheffing van het geheele volk tevenstaak is. Zoo zijn de brieven niet alleen voor drankbestrijders, belangwekkende lectuur geworden, maar voor ieder, die leering voor eigen land. wil putten uit vergelijking met vreemde toestanden.

De gevoeligheid en de levendigheid, waarmee ze zijn geschreven, de vlotte stijl en het korte schetsen, dat nimmer verveelt, maken dit boekje niet slechts tot een leerzame, maar ook tot een aangename lectuur. En als professor Casimir den wensch uitspreekt, dat het moge bijdragen, om bij de voor- en tegenstanders een' klaarder oordeel te vestigen over het vraagstuk van het verbod en dat het door vermeerdering van belangstelling in het leven van andere naties, een vezel moge worden in den band, die de volkeren tot eenheid aaneensnoert, dan is deze wensch waarlijk niet onredelijk te achten en wij houden ons ook overtuigd, dat m deze richting met dit sympathieke, boek succes zal worden bereikt.

De belangstellende toeschouwers van den strijd tegen den drankduivel zijn altijd vlug met vragen stellen en zoo vragen zij, bijvoorbeeld, of het waar is, dat het alcoholverbod