Mengelwerk.

en natuurkunde de gezondheidsleer bij het onderwijs aan die inrichtingen een juist begrensde plaats moet innemen.

28. Het houden van voordrachten over en besprekingen van hygiënische onderwerpen in de plaatselijke en gewestelijke onderwijzers-gezelschappen.

Die voordrachten en besprekingen, in verband met de gegeven omstandigheden, zullen naar het oordeel der Commissie zeer vruchtbaar zijn, om de gezondheidsbelangen der school door eendrachtige werking te bevorderen. Hier zal de een den ander kunnen voorlichten, hier zal door gemeen overleg een krachtige bond kunnen worden gesloten, om bestaande gebreken en vooroordeelen te bestrijden.

3°. Het doen schrijven en het verspreiden van goede handboeken over hygiène tot eigen onderricht en van leerboeken over dit onderwerp voor de schooljeugd.

Ofschoon aan eerstgenoemden minder behoefte bestaat, door tal van populaire geschriften — oorspronkelijke zoowel als vertaalde — die in de laatste jaren over dit onderwerp zijn in het licht gegeven, zou het toch zijn nuttige strekkingkunnen hebben , goede handboeken over hygiène, in verband met paedagogiek, te doen schrijven en verspreiden. Minder rijk zijn we aan geschikte leerboeken voor de jeugd over dat onderwerp. En het zou de vraag kunnen zijn, of het wenschelijk is het schrijven van die leerboeken te bevorderen. De hygiène toch behoeft niet in de lagere school als een op zich zelf staand leervak ingevoerd te worden bij het vele en velerlei, dat het kind daar reeds moet leeren. Maar de onderwijzer dient bij zijne lessen over natuurkennis elke gelegenheid te baat te nemen, om de verklaring der natuurverschijnsels of der verrichtingen van het menschelijk lichaam in toepassing op de bewaring onzer gezondheid te brengen,

In de derde plaats doet de Commissie de wegen aan de