Mengelwerk.

eigen voorbijgaand voordeel, te allen tijde de beste staatkunde is.

Wij vragen aan onze duitsche collega's: Wanneer heeft een krijgszuchtig volk het geluk der wereld bevorderd? En hoe lang bestond het in zijn macht en zijn roem? Hebt gij — althans de strijd in Frankrijk leert ons dit — hebt gij nevens uwe pogingen om vaderlandsliefde bij uwe leerlingen te ontwikkelen, tusschen het inprenten van kerkelijke leerbegrippen in, ook nationalen haat tegen Frankrijk pogen in te boezemen om in oorlogstijd des te beter op nationale dapperheid te rekenen? Denkt er dan aan, dat wie nationalen kaat bevordert, ook op zijn beurt nationale beleedigingen moet verwachten, dewijl ieder lid van het vijandelijke, door hartstochtelijken haat geprikkelde, volk naar wraak dorst. Dan zullen juist uwe kerkelijke staatsscholen het mikpunt uwer vijanden zijn. Godsdiensthaat zullen onruststokers in uwe steden en dorpen brengen en het eenig en groot Duitschland zal van binnen beroerd worden door de twisten over verongelijking op kerkelijk standpunt!

Dan zult gij, collega's van verschillende kerkelijke sekten , partij moeten kiezen en de binnenland scke verdeeldkeden zullen het dan wellicht herboren Frankrijk gelegenheid verschaffen' om wraak te oefenen.

Inderdaad, wij benijden uw roem niet bij de behaalde zegepraal van uw volk, vooral niet, omdat uw grootste generaals , tuk op roem, het inprenten van uw staats-godsdienst, als dienstig tot het vormen van soldaten, hoog roemen durven. De nederlandsche volksonderwijzer heeft een grootscher en schooner roeping te vervullen.

Ook hij is geroepen om burgerdeugden aan te kweeken bij de kinderen van het volk; maar hij gevoelt geen neiging om een discipline toe te passen, gelijk de oude Spartanen,