Mengelwerk.

lotgevallen der landen, hoe zij door de deugden hunner bewoners bloeiden, en telkens door hunne ongerechtigheid in het verderf gestort werden.

De geschiedenis leert 't, dat volken , die jaren lang in vrede leefden, onverstandig genoeg hunne oorspronkelijke kracht lieten verslappen en verwijfd, weelderig en lafhartig werden. Laten wij dus tot voortdurende werkzaamheid en ontwikkeling des geestes aansporen, opdat de luiheid geen twist baart, en het volk niet gevoerd worde in den druk eener vreemde overheersching.

Vernietigen wij zooveel mogelijk eiken nationalen haat, wederkeerige verachting of benijding. Vragen wij niet, hoe den geest des vredes aan te kweeken bij de geringheid onzer krachten. Verdedigen we onze werkeloosheid niet met onzen beperkten werkkring, met onzen eenvoudigen stand. Ieder die wil, is groot en machtig tot elke deugd. De voorstanders van het vredeverbond hebben op ons hun hoop gevestigd. Zij verwachten de zegepraal van hun werk van het jonge Nederland , dat aan onze zorg wordt toevertrouwd. Reeds ging er een protest uit tegen de wijze, waarop wij de vaderlandsche geschiedenis behandelden, en dat onze schoolboeken als om strijd die mannen groot ackten, die het van menschenbloed druipend zwaard in de hoogte hieven. Zij vragen billijkerwijze , of er geen maatschappelijke en huiselijke deugden onder ons volk op te sporen zijn om deze op den voorgrond te stellen, en die mannen en vrouwen in dankbare nagedachtenis te houden , die dergelijke deugden beoefenden en aankweekten bij hunne kinderen. En niet ten onrechte. Immers, evenals men den mensch niet om zijn kleed of zijn voedsel van het dier onderscheidt, maar om zijn rede, waardoor hij zich boven al het aardsche kan verheffen; evenzoo kent men een wijs en eerwaardig volk niet aan de uitgestrektheid van zijn land of aan de behaalde