Mengelwerk.

deren, — want Arend durfde aan niemand de eigenlijke oorzaak mededeelen. Thans , nu zijne ouders niet meer leven , heeft hij mij in vertrouwen en onder geheimhouding medegedeeld, waarom hij geen predikant of geneesheer was geworden.

„ Toen ik op zekeren avond bij hem was, vertelde hij mij daaromtrent het volgende :

„ „ Op mijn studeerkamer,"" zei Arend, „ „ stond de bibliotheek van mijn vader. Nadat ik eenigen tijd op de latijnsche school was geweest en ik de mij opgegeven taak altijd spoediger afhad dan ik verwachtte, hield ik meermalen een uurtje over. Ik zocht dan eenig liefhebberij werk, teekende iets, repeteerde mijn fransch, engelsch of hoogduitsch, en zoo het een of ander van het vroeger beoefende. Op zekeren tijd, toen het de moeite niet meer waard was iets anders te beginnen, viel mijn oog op vaders bibliotheek. Ik vond daarin eenige romans en begon in een dezer te lezen. Dit beviel mij recht en het boek boeide mij zóó sterk, dat ik bijna niet kon ophouden en wel ongeveer een half uur te laat ter school kwam. Ik verontschuldigde mij met te zeggen, dat ik niet had geweten, dat het reeds zoo laat was. Dewijl zulks anders nooit gebeurde, werd ik ditmaal niet bestraft.

„ „ Zoodra de les geëindigd was, begaf ik mij , in plaats van als gewoonlijk te wandelen , terstond weder naar mijn kamer om het boek verder te lezen, want ik brandde, om zoo te spreken, van nieuwsgierigheid , den afloop der geschiedenis van dien roman te weten. Ik werd er zóó door weggesleept , dat ik dit boek nog dienzelfden middag geheel las. Het werd toen te laat om mijn schoolwerk behoorlijk af te maken. Hierom verzocht ik de meid, mij den volgenden morgen vroeg te wekken. Voor mijne ouders wilde ik 't niet weten, dat ik een roman had gelezen, en toen