Mengelwerk.

anderen nuttigen arbeid vrij wat beter hebben besteed. Doch niet alleen nutteloos, maar inderdaad schadelijk voor het verstand en hart beide is 't lezen van hen, die in de keuze hunner lectuur dwalen, en hun hoofd vullen met ijdele zakken , met beuzelingen zonder eenige waarde; wier verbeelding door onkiesehe voorstellingen wordt bevlekt, die den smaak voor 't edele en schoone bederven, en de reinste en heiligste aandoeningen des gemoeds door drogredenen vergiftigen. Van die zijde beschouwd is 't lezen zelfs een gevaarlijke kunst en sticht het veelsoortig onheil.

Maar is 't aldus ook niet gelegen met vele andere zaken? Kan van 't beste, dat er bestaat, geen misbruik worden gemaakt? Zal men dan om 't misbruik, dat velen van de door hen verworven bekwaamheden maken, ook die bekwaamheden op zich zelve geringer schatten? Wie mag zulks verstandig noemen? De noodzakelijkheid evenwel om den noodlottigen invloed, door eenig misbruik te weeg gebracht , zooveel doenlijk te verwijderen, of waar het dreigt, te verhoeden, zal te meer in 't oog vallen. Alle verstandige ouders en opvoeders zullen immers er voor waken, dat hunne kinderen en kweekelingen zooveel mogelijk buiten aanraking blijven met zoodanige makkers, wier omgang zij voor deze schadelijk en gevaarlijk keuren. Zij beseffen te wel hoe nadeelig 't kan zijn, dat de onervarene ontijdig iets verneme of aanhoore, wat aanleiding geeft tot verkeerde voorstellingen of de kiem kan leggen tot onreine neigingen. Gedachtig aan de spreuk: „dat kwade samensprekingen goede zeden bederven," trachten ze hunne lievelingen te bevestigen tegen al wat zij voor dezen schadelijk en gevaarlijk achten, en vergunnen hun geen omgang met verwaarloosde en daardoor bedorven knapen. Zouden ze dan minder zorg toonen ten aanzien der boeken, welke ze hunnen kinderen in handen geven? Men kan toch .eiken schrijver