Mengelwei k.

Gezondheidsleer en Opvoedkunde.

III.

GEZOND HEID SVERE IS CHTEN VOOR HET VERBLIJF IN DE SCHOOL.

1. LucMverversclting.

De lucht, eene eerste levensbehoefte voor den mensch, voldoet eerst aan dien eisch, indien zij in behoorlijken staat van zuiverheid voorhanden is.

De vrije lucht bevat op alle plaatsen en onder alle omstandigheden in 100 ruimtedeelen 20.8 deelen zuurstof, 79.1 deelen stikstof en 0.04—0.06 deelen koolzuur (benevens sporen van ammoniak en eene afwisselende hoeveelheid waterdamp). De kwantitatieve verhouding dezer hestanddeelen wordt echter door de levensprocessen van menschen, dieren en planten aanhoudend verstoord; maar in de vrije lucht worlt deze stoornis door de vermenging (diffusie) der gassen en de stroomingen van den wind spoedig weder opgeheven. In besloten ruimten, waarin vele menschen zijn verzameld, kan dc lucht echter zulk een samenstelling aannemen, dat zij niet meer in staat is het leven te', onderhouden. De uitgeademde lucht bevat namelijk, met uitzondering van de voor de ademhaling onverschillige stikstof, gemiddeld 4.38 pet. koolzuur en 16.03 pet. zuurstof. Vergelijkt men deze nu met de zuivere lucht, zoo als die gewoonlijk voorkomt, dan is haar koolzuurgehalte ongeveer met het honderdvoud toe- en haar zuurstofgehalte omstreeks Vs van zijn volumen afgenomen. Daarbij is de hoeveelheid water van de uitgeademde lucht zeer sterk toegenomen en bevat zij bovendien nog stinkende (in ontbinding overgegane) gassen.