BoekbeoorJ eelingen.

(zelf) vergeten, hoe men als kind over die „„Brave Hendrikken en Maria's"" dacht, of hoe men er mee wegliep." Zeer veel zou men hiertegen kunnen aanvoeren, — want er bestaat in dezen groot verschil van meening, gelijk meermalen is aangewezen en betoogd. Wij willen zulks hier niet herhalen , maar onpartijdig en verdraagzaam zijn ten opzichte van ieders gevoelen, zoo dit gegrond en gematigd is.

Indien de smaak der kinderen niet bedorven is door al te romantische lectuur, dan mag men, over het algemeen, veilig staat maken op hun oordeel. Zij handelen daarin gewoonlijk stipt eerlijk - zelfs beter dan vele meerbejaarden somtijds doen op grond hunner bijzondere inzichten.

Laat men dit werkje door de jeugd alzoo beoordeelen, wij durven er op rekenen, dat zij er zeer gunstig over beslissen, het met vermaak zal lezen en herlezen. Immers het moet wel der kinderen hooge belangstelling wekken, dewijl het zich bepaalt tot hunne betrekking tot ouders, broeders, zusters, andere huisgenooten, familieleden ^onderwijzers , medeleerlingen, speelgenooten en al wat zij in hun eigen kinderleven zeiven ondervinden. Zonder overdrijving en op de meest natuurlijke wijze worden die toestanden in dit boekje zóó schoon geschetst, dat kindergeluk er gewis door zal bevorderd wórden. Als in een spiegel zien zij hier hunne gebreken, hunne verplichtingen, en worden zij aangemoedigd door satisfactie over het goede, dat zij reeds bezitten.

Proza, poëzie en onopgesmukte vertellingen wisselen U» dit boekje zoo goed af, dat het ook als leesboek hooge -.vaarde heeft, en wij het voor scholen en huisgezinnen vrijmoedig durven aanbevelen.

Bij eenen herdruk, dien wij dit boekje toewenschen, zou men o. i. het volgende kunnen verbeteren.

Bladz. 7 reg. 1 v. b. zegt de achtjarige Willem tot zijne speelgenooten: „Kinderen! wie zijn u 't liefst van allen?