Mengelwerk.

425

dat sedert bestaan heeft en nog bestaat ? Of, is het waarschijnlijker, dat men, in die verwarde dagen, ook wel zich aan nalatigheid ten deze schuldig maakte, zoodat het niet enkel voor den bevelhebber en den konstabel mogelijk was, bij het kruid te komen ? 1

Doch dit zij, zoo het wil. Aangenomen, dat de verordering toen reeds bestond: wat zal daaruit volgen? Dat dan niemand bij het kruid kon komen , behalve de lange en den konstabel? Zeker; maar in gewone omstandigheden ; niet in buitengewone, welke wij weten, dat alle verordeningen kunnen opheffen. En welke omstandigheden bestonden hier? Zeker de laatste. Het schip zat aan den grónd ; vier Spaansche schepen omringden hgtzelve; de vijanden abordeerden en overwonnen hetzelve. Men stelle zich nu de ijsselijke verwarring voor, welke thans op het schip moest heerschen, en men vrage zich, of het waarschijnlijk is, dat, te midden van dezelve, de konstabel, onbewogen , met den sleutel der kruidkamer in den zak , bij dezen geslotenen toegang kon blijven staan ? Hij mogt « onder in het schip" zijn; dat schip was zoo groot niet, of hij kon daar vernemen, en moest het vernemen, hoe het er toeging, en dat het schip geënterd werd en genomen was: de verwarring zal zich wel niet enkel tot het dek hebben bepaald, en in die verwarring kan het zeer w^el de konstabel geweest zijn, die het kruid aanstak, « siende sy verloren waren" en toch allen sterven moesten, daar er geen genade te wachten was. Hij kon dit durven, Ee 2 zon-