526

Mengelwerk.

der nuttigs en leerzaams heeft aangetroffen , kan ontegenzeggelijk veel nut gesticht worden. Van dezen 'kant levert dus een goed onderwijzei's - gezelschap onbetwistbare voordeelen op voor elk , die op de meest mogelijke uitbreiding zijner kennis prijs stelt.

Inzonderheid nuttig kan eene welingerigttt vereeniging ook voor den onderwijzer, als Opvoeder, zijn- Dit gewigtig gedeelte van zijne taak mag vooral niet door hem voorbij gezien worden, en hij zal zulks ook niet doen, als hij van den geest zijns beroeps behoorlijk doordrongen is: integendeel zal hij zich, hoe langer hoe meer, daarin trachten te volmaken. Met gretigheid zal hij van elke gelegenheid gebruik maken , die hem aangeboden wordt, om de kinderlijke natuur en geaardheid te leeren kennen, en in het bezit te geraken van al die hulpmiddelen, welke hem in de vorming van het gemoed der hem toevertrouwde jeugd van dienst kunnen zijn. Elke aanwijzing, om het goede zaad, dat hij, waar zich daartoe eene gepaste gelegenheid aanbiedt , in de jeugdige harten uitstrooit, te doen kiemen en vruchten voortbrengen , zal hem ten hoogste welkom zijn. De ondeugden en verkeerdheden, welke, zich bij zijne leerlingen openbaren, en die hij als zieleziekten beschouwt, zal hij zich beijveren te verdrijven, en nietsv kan hem diensvolgens welgeval! iger wezen, dan de oorzaken derzeive te leeren kennen, zoowel als de behandeling en de middelen ter bestrijding derzelve. De ervaring zijner mede - onderwijzers kan hem hier dikwijls zeer te stade komen, wanneer zij hem hunne