688

Boekbeoordeelingen.

Öp het grammaticale voorwerk hebben wij enkele aanmerkingen, welke wij den Schrijver ter overweging aanbieden. Het gebruik Van het Fr. lidwoord, wanneer men, van eene onbepaalde hoeveelheid sprekende, er in het Nederduitsch geen bezigt, hadden wij duidelijker onderscheiden gewenscht van die bepaalde (bh 32 en 92) ot' algemeene uitdrukkingen, waarin men bij ons mede geen lidwoord behoeft te bezigen; een grooteraantal voorbeelden van de laatste soort, dan er ons in de oefeningen zijn in het oog gevallen, zou kunnen toebrengen, om deze moeijelijkheid te verminderen. — Ook hadden wij, in de 2e. en 3e. afd., voorbeelden ter vertaling gewenscht van den tweeden naamval, met een ander zelfst. naamw. verbonden; b. v. Hendriks vader ontving de boeken van zijn zoons onderwijzer. Eene opzettelijke aanwijzing, hoe de betrekkingen onzer naamvallen in het Fransch worden uitgedrukt, achten wij noodzakelijk; daardoor kunnen dan ook regels achterblijven, die nu meermalen voorkomen, (1. st. bl. 59, 5 en 6, en bl. 61, 3 en 4)-

De vervoeging, van bl. 54 tot het einde van het tweede stukje, schijnt ons wat omslagtig en toch niet duidelijk genoeg. Zoude éene paralelle voorstelling van de regelmatige vorming dit gedeelte 'niet vereenvoudigen, en eene algemeene opgaaf van de zamengestelde tijden — bij de hulpwerkwoorden geheel opgegeven — niet voldoende zijn ? De veranderderlijke uitgangen hadden wij gaarne door een' anderen lettervorm aangeduid gezien. De leerling is nu genoodzaakt, de regels voor die

vor-