706

Boekbeoordeelingen.

weinig bij de keus van den tijd , waarin sckmid sommige zijner verhalen plaatst. Inzonderheid geldt dit van de Roza van Tannenburg. Die aloude riddertijden, met hunne burgten en sloten , waarvan de overblijfsels nog dikwijls den nakomeling met eerbied en somberheid vervullen , ^hebben zulk een geheel eigenaardig vermogen, om den geest poëtisch te stemmen. Hoe men ook over die middeleeuwen denke, niemand zal ontkennen, dat zij, door den nevel der oudheid , waarin zij gebuid zijn voor ons oog, door haren romantischen -geest en door haar heldhaftig karakter , zeer geschikt zijn voor eene dichterlijke bewerking; dat zij verbeelding en gevoel bijzonder tot zich trekken, en, in de hand van eenen Schrijver als schmid, regt schoon eS verheven worden. Hier zal het altijd minder aanstoot geven, wanneer de voorstellingen iets hooger van tint zijn, dan de werkelijke wereld ze aanbiedt.

Het is alleen een dichterlijk gestemd gemoed, dat voor eenvoudige bloemen zoo veel gevoel kan hebben, als. schmid op tallooze plaatsen zij.ner werkjes toont, en dat vooral zigtbaar is op bladz. 27 en verv. van het Bloemkorfje. Zoo heeft hij elders renen kleinen trek , die door zijne eenvoudigheid eu waarheid evenzeer treft, als door zijnen dichterlijken smaak zich aanprijst. In de Paascheije* ren, bladz. 11, schrijft hij van de beide kinderen der Gravin , die uit hare woning het gezigt hadden op den watermolen: « Wat den « kinderen hier het allerbeste beviel, was het « molenrad , dat zich zoo onophoudelijk rond« draaide. Het knaapje - vermaakte zich boven-